maandag 28 november 2016

Verjaardag



'Dat doet ie nou altijd.' Ze zegt het met enige schaamte terwijl ze haar hoofd naar me toedraait alsof ze mij een geheim moet vertellen. Haar man scharrelt rond de bakjes met overgebleven Chinees en zijn ogen kijken hoopvol naar de jarige in de verwachting dat zij hem bevestigend antwoord zal geven op zijn vraag of het de bedoeling is dat restjes in de kliko verdwijnen. In dat geval neemt hij ze graag mee naar huis. Zijn verwachtingsvolle blik verandert in een grijns van oor tot oor als ze 'Ja hoor, neem maar mee' zegt.

'Altijd eten en aankomen ho maar!' klinkt het naast me met terechte en zeer te begrijpen jaloezie. 'Oh, hij heeft vast een snelle stoelwisseling' , verdedig ik hem. Ik wijt deze 'slip of the tongue' maar aan de drie overheerlijke roseetjes die ik voorgeschoteld kreeg. Maar bij toeval klopt die stoelwisseling nog ook want hij zetelde deze middag op verschillende stoelen. 

Gezelligheid rond de tafel van een jarige vriendin. Ik vermaak me kostelijk als ze -  haar roots niet verloochenend - met haar moeder op zijn Gronings zit te keuvelen. Haar vader doet hetzelfde met de zwager van zijn dochter. De zwager, die mij overigens tot twee keer toe een hand gaf, moet erg zijn best doen om de vader te verstaan. Hij probeert iets meer op zijn articulatie te letten en de zwager buigt naar voren om hem beter te kunnen horen. Het lukt heel aardig want er ontstaat zeker iets van een onderhoudend gesprek over motorrijden, een gezamenlijke passie van de beide heren.

In de tussentijd word ik,  door de zoon van de andere vriendin van de jarige,  geschoold in de 'zesjescultuurapp' op zijn smartphone. De vriendin en ik concluderen dat wij vroeger natuurlijk precies hetzelfde deden.  We hadden alleen geen app die dat voor ons kon uitrekenen. Via mindfulnesskaartjes, gaat het gesprek verder van gewichtsverliesstrijd, geloofsovertuiging en het talent om je ogen - bij opgehoogde emotie - in een andere kleur te laten veranderen, over op opvoeding en facebookcultuur. 

Aan het eind van de avond gunt de gastvrouw ons blijkbaar zoveel dat de geserveerde koffie bijna in slurpvorm moet worden genuttigd. Vast een teken dat ze erg blij is met het bezoek van vanmiddag. Ze was vandaag zo goed voor ons in de weer en deed braaf - al dan niet door haar moeder aangespoord -  de deur open als de bel ging. Het spijt mij om die reden destemeer dat ik bij het verzitten een aantal keren met mijn hakken tegen haar voeten stootte. Ik hoop dat ze er vandaag een beetje mee in de pas kan lopen en met plezier terug kan denken aan de viering van haar geboortedag.

zaterdag 26 november 2016

(Ont)haasten




Op hakken en met snelle passen bewegen mijn voeten zich op het trottoir op het Damsterdiep In Groningen, over het zebrapad en weer verder het trottoir op. Het begint al iets te schemeren als ik voor mij de gestalte van een jongen, met grote en langzame stappen, zie opdoemen. Onder zijn halflange zwarte jas draagt hij een wijde spijkerbroek met gympen, zijn benen iets uit elkaar, zijn handen losjes in de zakken. 'Zo, jij loopt snel!', klinkt het relaxt als ik hem passeer. Onze blikken kruisen, een glimlach om zijn mond, een frons van onder zijn witte petje. 'Ik heb haast, ik moet de bus halen', zeg ik lachend als ik door mijn gejakker een verzwikte enkel ternauwernood kan voorkomen. 'Ik dacht dat ik snel liep, de meeste mensen halen mij niet in', hoor ik hem nog zeggen.
Ik loop verder met de laatste zonnestralen op mijn gezicht.


Hijgend plof ik neer op het bankje in de bushalte op het Gedempte Zuiderdiep als ik lijn 3 voor mijn neus zie wegrijden. ‘Het is toch belachelijk, vier minuten te vroeg!'
beklaag ik mij bij een grijzende meneer die staat te wachten. ‘Ach maar nu heb je even de tijd om naar dat gebouw te kijken.’ Hij wijst naar de overkant en mijn blik valt op het karakteristieke pand waar de fraaie okerkleurige letters 'Nieuwsblad van het Noorden' op prijken. 'Nog helemaal in tact, niet plat gebombardeerd in de oorlog. Prachtig hè?'
We kijken en zwijgen en het brandende, kloppende gevoel in mijn voeten verdwijnt als hoofdpijn na het nemen van paracetamol.

 ‘Maar ik snap wel dat het vervelend is hoor', zegt hij na een tijdje als hij in lijn 11 verdwijnt. Lijn 3 komt aanrijden. Ik kom pas omhoog als de laatste persoon is ingestapt.
Ik kan nog net mee.


vrijdag 25 november 2016

Zoek

Zo lang ik op deze aarde rondloop raak ik structureel spullen van mezelf kwijt.
Vooral alles wat op 'pas' eindigt heeft de neiging om met enige regelmaat afstand van mij te nemen.
Deze week verloor ik mijn ov-chipkaart toen ik moest rennen om de bus te halen. Ik haal het ding altijd van te voren uit mijn tas om niet meer te hoeven zoeken als de bus er aankomt. En nu was hij blijkbaar door het hollen uit het hoesje gevallen. Lullig als je in wilt checken en geen piep hoort. Het is net zoiets als koffie zetten zonder pot onder het apparaat te zetten. Het ligt wel in de lijn dat dit mij ook wel eens is overkomen. Die ov-chipkaart is gelukkig gevonden op straat en kon dezelfde dag nog met mij herenigd worden.

Later die dag was ik de toegangspas van het kantoor waar ik werk kwijt. Ik had 'm verloren toen ik in het restaurant in de rij stond om soep te halen. Een lieve collega wist per toeval dat er een pasje gevonden was en tipte mij dat het waarschijnlijk afgegeven was. 

Vandaag kwam ik er in de bus - op weg naar huis -  achter dat mijn portemonnee niet in mijn tas zat. Overigens een efficiënte manier om in één klap al je dierbare pasjes kwijt te raken. Ik was wezen lunchen met een collega en nadat ik afgerekend had was ik nog even naar het toilet geweest en had 'm daar waarschijnlijk laten liggen. Gelukkig kon ik me dat nog herinneren en verliet bij de eerste de beste gelegenheid de bus om linea recta naar de zaak terug te gaan. Hij lag inderdaad geduldig en eenzaam op mij te wachten.

Een combinatie van opluchting en 'wat ben je toch een kluns' gevoel is wat ik altijd krijg als ik de spullen weer terug heb. Zo ben ik door de jaren heen naast cash, mijn bankpas, mijn rijbewijs en bibliotheekpas definitief kwijtgeraakt. Ondanks jarenlange ervaring met dit soort akkefietjes kan ik nog steeds geen manier vinden om de zaakjes voor elkaar te krijgen,  alle goede adviezen en irritaties van mijn naasten ten spijt. Mijn eega wordt soms tot wanhoop gedreven en verbaast zich nog steeds over mijn kwijt - en verliessyndroom. De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat hij over het algemeen weinig dingen kwijt raakt. Toch moet mij in dit verband nog iets van het hart. Zo'n twintig jaar geleden, een dag voor ons huwelijk,  kwam hij erachter dat het jasje van zijn trouwpak niet in de kast hing. In eerste instantie dachten we aan een flauwe grap maar nadat we alles afgezocht hadden moesten we constateren dat het spoorloos verdwenen was. Er zat niks anders op om op de ochtend van de trouwdag nog snel een nieuw exemplaar aan te schaffen. Ondanks verbouwingen, opruim- en opknapbeurten in ons huis is het jasje nooit meer boven water gekomen. Tot op de dag van vandaag verwonderen we er ons over hoe dit heeft kunnen gebeuren. Ik zal hem dit nooit voor de voeten gooien als ik weer eens de mist in ga en blijf altijd coulant. Hoewel als je aanstaande een jasje kwijt is op een cruciaal moment in het leven natuurlijk best een reden zou kunnen zijn om dit niet te zijn.

dinsdag 22 november 2016

Chocoladeletters in de minderheid

'Zie je de V?' vraagt de mevrouw die naast me staat. We bevinden ons samen voor de immense rij met letters. 'Ik zie de V niet', verzucht ze. 'Ik zoek de I, die is er ook nooit', zeg ik. 'Nee, er zijn altijd een aantal letters niet', gaat ze verder. Gelukkig hebben mijn kleinkinderen twee namen, dan lukt het meestal wel... oh er staan hier achter ook nog rijen', vervolgt ze. Als jij de voorste even wegpakt kijk ik of ik de V zie en misschien is de I er ook wel', klinkt het hoopvol. Ik doe wat mij wordt opgedragen. Helaas geen V en geen I. 'Hier zie ik nog wel een V', zeg ik terwijl ik naar beneden wijs. 'Ja, maar dat is puur en die lusten ze niet' 'Ik ben klaar,' zeg ik terwijl ik mijn 4 letters van de tafel naast de rij pak. 'Oh, was je al klaar?' vraagt ze. 'Ja, ik heb een J gepakt.' 'Oh, veel beter, die is ook nog groter', brengt ze uit. 'Dat is niet zo', lach ik. 'Nee, dat klopt maar hij lijkt in ieder geval groter,' zegt ze. Haar succes wensend met haar zoektocht loop ik richting kassa.

Als kind kreeg ik op sinterklaasavond altijd een K omdat de I minder uit deze cacao bereide lekkernij zou bevatten. De K is de eerste letter van de naam die ik bij de geboorte kreeg maar hier niet ga noemen. Te vaak wordt de link met een koeiennaam gelegd, terwijl mijn oma, naar wie ik genoemd ben, er ook niks aan kon doen dat zij deze naam van haar ouders kreeg.

Terug naar de K die ik kreeg. Hij oogt inderdaad groter maar het is nog niet eens zo lang geleden dat ik erachter kwam dat alle letters hetzelfde gewicht hebben. Of mijn moeder dat ook wist maar mij wou behoeden voor het gevoel dat ik achtergesteld werd, óf dat ze echt in de veronderstelling was dat de K meer chocola bevatte dan de I, weet ik niet. Ik ga het haar vragen maar ik denk dat zij mij het antwoord schuldig moet blijven. De chocoladeletters werden altijd - als ik me niet vergis - door mijn opa en oma ingekocht. 
Hun koopmotieven zullen we waarschijnlijk niet meer te weten komen.

Ik denk dat de fabrikant gewoon weinig van de I maakt omdat hij ervan uit gaat dat de consument denkt dat die minder chocola bevat en om die reden niet verkoopbaar is. 

Ik sta op voor de letter I! Goeie naam voor een deel en like Facebookpagina overigens. Om over de letter X nog maar te zwijgen; ik heb medelijden met de zoon van Wes en Yo
Klein beetje maar hoor.


 

zondag 20 november 2016

Mensen 2

Met bewondering kijken mijn vriendin en ik naar de passen van de dames die precies tegen het ritme van de muziek in gaan. Het lijkt een natuurlijke gave als je dit kunt. Een snelle check op het web leert echter dat het wel of niet hebben van ritmegevoel aangeboren is en nagenoeg alleen aan te leren is door hele goede dansleraren. Voor ons is dat niet nodig, het is vermakelijk om te zien hoe de voeten consequent na de beat op de vloer worden gezet.

Tijdens onze staarpartij naar dit stukje cultuur loopt er een man voor ons langs die zijn volgzame vrouw een plaats wijst om te gaan zitten. Vervolgens wordt de gezelligheid tussen de twee voortgezet doordat hij lange tijd op zijn telefoon zit te turen. Na een tijdje vindt hij het blijkbaar tijd om te gaan. Hij komt in de benen en hijst zijn broek op. De dienstbare vrouw volgt hem op weg naar de uitgang.

De muziek van Abba doet van een aantal dames aan het tafeltje voor ons, de armspieren flink losmaken. Hoog, laag, opzij en naar voren. De dames gaan er helemaal in op terwijl ze de tekst van het liedje perfect meezingen. Zelfs als ze opstaan en de jas aandoen wordt de tekst nog hevig ten gehore gebracht. 

Ondertussen is de zaak al aardig aan het uitsterven wat ons doet besluiten dat het welletjes is. We verlaten het pand via de draaideur die niet automatisch draait maar waaraan we zelf een slinger moeten geven. Een paar heren -  die ons voor zijn - stappen naar buiten en vinden het niet nodig om de deur even verder voor ons te duwen waardoor een aanvaring met het glas ternauwernood te voorkomen is. 'En bedankt, heel galant',  sist mijn enigszins geïrriteerde vriendin. Een oud-collega riep eens in haar wanhoop: 'Alle mannen zijn autisten'. Iets te zwart wit neergezet maar in dit geval snap ik absoluut wat ze bedoelde.

vrijdag 18 november 2016

Ongewenst geneuzel

Mijn jongste duwt de kar, ik loop erachter. We passeren twee mannen die met elkaar in discussie zijn. De ene heeft een zwaar Gronings accent en het geluid uit zijn mond verraadt een jarenlange nicotineverslaving. Mijn zoon en ik gniffelen erom en schuifelen verder. De andere man loopt ons even later voorbij heeft zichtbaar plezier en kijkt ons kort aan. Ik heb de indruk dat hij lol heeft omdat hij in de gaten heeft dat wij moesten lachen om het verrookte stemgeluid van zijn gesprekspartner. Maar dan wijst hij op het pak koekjes wat hij in zijn hand heeft en zegt: ' Die jongen wist niet waar deze lagen, dat is zo'n stageloper, die alles nog moet leren. Deze zijn heel lekker' en hij duwt het pak onder mijn neus. Ik knik en zoek contact met mijn zoon om te kunnen ontsnappen aan dit tafereel. 'Is dat je zoon?' gaat hij verder. 'Ja', zeg ik. 'Oh, jullie lijken veel op elkaar.' Hij lacht zijn gebit - vergezeld met afgebroken boventand - bloot. Zoonlief en ik kijken elkaar aan in een korte maar tevergeefse poging om herkenning in onze gezichten te ontdekken. Ik versta nu iets als: 'Ik heb een ongeluk gehad met de auto.' 'Een ongeluk met de auto?' vraag ik beleefd. 'Nee, nee, grinnikt hij, ik ben gelukkig met de auto.'
' Oh, nou ik ben met de fiets',  meld ik overbodig omdat het hem natuurlijk geen biet aangaat. Deze onbenullige en 'van de hak op de tak' conversatie is wat mij betreft ten einde en we vluchten snel naar de afdeling vleeswaren. Achter de snijtafel staat een jongeman, die ik goed ken. Even een smalltalk met een prettig iemand die wél weet hoe dat moet. Een beter begin van het weekend kan ik me niet wensen. 
Fijn! 

woensdag 16 november 2016

Sinterklaas nieuwe stijl




De laatste paar jaar, ongeveer eind oktober start ik voorzichtig de discussie om het Sinterklaasfeest anders te organiseren en iedereen in het gezin een verantwoordelijkheid te geven; het bekende lootjes trekken. Elke keer kon ik op dit voorstel protestacties verwachten. Nulargumenten als 'geen tijd, ik weet niet wat ik moet kopen en 'het hoort nu eenmaal zo dat jullie de cadeautjes kopen' passeerden hierbij de revue. Als gewillig slachtoffer van emotionele manipulatie kon ik echt chagrijnig worden van het feit dat mijn mannen niet mee wilden werken, wat er uiteindelijk toe leidde dat we als ouders weer zelf de boer opgingen. Want dat  Sinterklaas gevierd moet worden staat buiten kijf. En ik geef onmiddellijk toe dat dit natuurlijk helemaal bij mij zelf ligt. Had ik maar meer door moeten pakken en geen gemaar moeten dulden. Desalniettemin heb ik het dit jaar voor elkaar. Jarenlang diplomatiek onderhandelen heeft blijkbaar toch tot het resultaat geleid dat we een andere weg inslaan. Ik kan nog niet helemaal aan het idee wennen dat ik dit jaar maar voor een enkel persoon aan de slag hoef. De regie loslaten is één ding maar ik zie het al weer gebeuren dat de jongens bij mij aankloppen met de vraag of ik toch nog even achter het één en ander aan kan gaan. Ik ken mezelf te goed om te weten dat er dan hele stevige schoenen voor nodig zijn om niet overstag te gaan. Misschien onderschat ik het en loopt het Sintproces, inclusief de gedichten - die niet van internet geplukt mogen worden -  gesmeerd. Met drammen ben ik nog nooit ver gekomen en ervaring leert dat ik de lat niet direct te hoog moet leggen. Ik zal daarom heel subtiel te werk moeten gaan wil ik volgend jaar niet trekken aan het dode paard van Sinterklaas. Want dat zou zonde zijn van deze mooie traditie.