zondag 20 oktober 2019

Parfum tot in Tokio

„Kun jij eens een stukje schrijven over parfumwolken tijdens het hardlopen?” , zucht collega Elly als ze mijn kantoor binnenkomt. De verrijdbare kruk is gewillig. Ze ploft neer en nestelt zich naast me. 

„Input voor een column, altijd leuk!” grijns ik. „Dus vertel!” „Nou, dan ben je aan het hardlopen en dan heb je al moeite met ademen en dan komt zo'n zeventigplus-parfum-mevrouw de broodnodige lucht vervuilen. En altijd van die goedkope. Ik verdenk die types er ook nog van dat ze hun incontinentie ermee willen verbloemen. Niet normaal. Zo'n lucht van hier tot Tokio.” 

„Zo, en nu ga ik weer wat doen.” Ze pielt nog even aan de pannenkoekplant op het bureau van mijn collega en weg is ze. 

Elly loopt drie keer per week hard. Ooit deed ik dat ook toen ik haar leeftijd had. Ze heeft net als ik een zoon die Maarten heet en groeide op in Leek. Nog voordat ik daar terecht kwam was zij al richting stad vertrokken om te gaan studeren.  

Maar toch: Leeksters onder elkaar, ons kent ons, ouwe jongens krentenbrood en meer van dat soort clichés.

Mocht ik ooit weer eens een rondje langs de Tolbertvaart rennen dan prijs ik mij gelukkig. Want parfumluchten zijn daar niet. Daarvoor moet je echt in Groningen zijn. Of in Tokio. 

Ik lees net op internet dat pannenkoekplanten de lucht zuiveren. Wellicht een ideetje voor Elly. 









woensdag 2 oktober 2019

Ineke kereltje


Ik bouwde vroeger hutten van planken en  spijkers. Ik droeg altijd rubberen laarzen als ik buiten speelde. Mijn vader noemde mij 'Ineke kereltje' als ik weer eens thuis kwam met modder aan de handen.

Ik wist niet wat genderneutraal was maar ik koos per definitie niet voor het zogenaamde meisjesspeelgoed. In ieder geval speelde ik nooit met poppen, barbies vond ik saai en kralen rijgen was niet aan mij besteed. Over haken en breien maar te zwijgen. Door mijn zweethanden werd het breilapje tijdens de handwerkles zo stijf als cement. Het was zo erg dat mijn moeder het weer gladjes moest breien.

Ik denk dat genen een grote rol spelen bij voorkeur, ook in het bepalen van de voorkeur voor speelgoed. En als iedereen die keuze nou eens overlaat aan het kind zelf en daar verder geen oordeel over heeft is er weinig aan de hand. Welk kind gaat er met auto's spelen als het daar niets mee heeft? Welk kind wil roze dragen als het die kleur haat? Het gaat mis als de ouders die keuze voor het kind gaan maken of die keuzes afremmen. Als een jongen een vervelend lachje van zijn vader krijgt als hij met een barbie wil spelen. Of dat een moeder verdrietig is als haar dochter niet van glitters houdt.

Volgens minister van Engelshoven moet het rolbevestigende element van het speelgoed verdwijnen. Prima als de rolbevestiging wordt doorbroken maar dan bij de volwassenen zelf. Dus uitgaan van de voorkeur van het kind en niet gaan bepalen wat wel en niet kan. Dan is er niks mis met een jongen die wil timmeren en een meisje dat wil tutten. Of een meisje met een bouwhelm en een jongen met een prinsessenjurk. Uiteindelijk gaan die opgelegde normen toch niet werken en worstelt het kind zich vanzelf los. Maar nog mooier is het als dat gevecht helemaal niet nodig is.

Overigens vond ik de benaming van 'Ineke kereltje' een groot compliment. Geen blauwe plekken aan overgehouden dus. 😀