woensdag 22 april 2020

De citroen die corona heet

Zieke mensen, verlies, eenzaamheid, zaken die omvallen, haar dat steeds langer wordt, pensioengerechtigde zorgverleners die weer aan de slag gaan, handschoenen, mondkapjes, boze horecaondernemers, Rutte in een spagaat.

Mijn haar wordt grijzer, ik werk thuis en de sociale contacten zijn minimaal. Allemaal overheen te komen. Tot vanochtend rond een uurtje of 10 op kantoor.

Ik had er zin in. Het jaargesprek wat ik zou hebben met mijn leidinggevende had ik goed voorbereid. Duurzame inzetbaarheid was het hoofdonderwerp. Hoe ik mijn talenten optimaal kan benutten, hoe ik de toekomst zie, wat ik van mijn werk vind, wat ik nodig heb. Dingen waar je niet dagelijks over na denkt. Dit gesprek dwong mij er toe.

 Maar er kwam geen jaargesprek. Mijn leidinggevende, die tevens mijn directe collega is, moest mij iets vertellen. De papieren waarop ik had opgeschreven hoe ik mijn kennis en vaardigheden nog meer zou kunnen benutten legde ik op de tafel. Het hoge woord kwam er vrijwel direct uit: „Als gevolg van de crisis worden alle tijdelijke contracten  onder de loep genomen. Jouw contract kan niet worden verlengd."

Het was al eerder door mijn hoofd gegaan maar had ik het ook weer geparkeerd. ‘Het zal zo’n vaart niet lopen’. Niet helemaal als donderslag bij heldere hemel maar deze voelde ik niet aankomen. 16 juni is het einde oefening.

Het viel even stil. We wisten allebei dat dit niet was wat we voor ogen hadden. „Je past hier Ineke, dat weet iedereen hier. Gewoon domme pech.” De ogen van mijn collega werden vochtig. Het lukte me om de brok in mijn keel weg te slikken. Ik ging staan. Ik liep wat heen en weer. Toen volgde een fijn gesprek. Over hoe leuk we het samen hebben, hoe goed het gaat, hoe het nog beter zou
kunnen worden. Geen loze woorden, want het is waar en ik voel het. Dat blijft, ook al ga ik weg.

Het afgelopen jaar gaat in flarden voorbij. Korte filmfragmenten. De leuke contacten met collega’s. Jacolien, Elly, Anja, Marga, Ingrid, Ruud, Caroline, Ilona, Ria en Karin. En alle anderen die ik vergeet. De frustraties, de werkdruk, het werkplezier, het gewaardeerd worden, het idee dat je iets bijdraagt.

Een dezer dagen valt er bij al mijn collega’s, dus ook bij mij, een kaartje op de deurmat. Een opsteker van mijn werkgever waarin we bedankt worden voor onze inzet. Dat wij aandacht verdienen. We worden zorghelden genoemd.

Uiteraard met de beste intenties. Voor mij voelt het nu als een grote hap citroen. En dat mag van mezelf.

Ik heb voor hetere vuren gestaan en ik vind wel weer een ander weggetje. Geen reden voor paniek of om bij de pakken neer te gaan zitten.

Een paar keer goed slikken dus. Misschien een keer goed janken of boos worden. Maar op wie? Op de zure citroen dan maar. De citroen die corona heet. 




1 opmerking: