Mijn haar
wordt grijzer, ik werk thuis en de sociale contacten zijn minimaal. Allemaal
overheen te komen. Tot vanochtend rond een uurtje of 10 op kantoor.
Ik had er
zin in. Het jaargesprek wat ik zou hebben met mijn leidinggevende had ik goed
voorbereid. Duurzame inzetbaarheid was het hoofdonderwerp. Hoe ik mijn talenten
optimaal kan benutten, hoe ik de toekomst zie, wat ik van mijn werk vind, wat
ik nodig heb. Dingen waar je niet dagelijks over na denkt. Dit gesprek dwong
mij er toe.
Maar er
kwam geen jaargesprek. Mijn leidinggevende, die tevens mijn directe collega is,
moest mij iets vertellen. De papieren waarop ik had opgeschreven hoe ik mijn
kennis en vaardigheden nog meer zou
kunnen benutten legde ik op de tafel. Het hoge woord kwam er vrijwel direct
uit: „Als
gevolg van de crisis worden alle tijdelijke contracten onder de loep
genomen. Jouw contract kan niet worden verlengd."
Het was
al eerder door mijn hoofd gegaan maar had ik het ook weer geparkeerd. ‘Het zal
zo’n vaart niet lopen’. Niet helemaal
als donderslag bij heldere hemel maar deze voelde ik niet aankomen. 16 juni is
het einde oefening.
Het viel
even stil. We wisten allebei dat dit niet was wat we voor ogen hadden. „Je past
hier Ineke, dat weet iedereen hier. Gewoon domme pech.” De ogen van mijn
collega werden vochtig. Het lukte me om de brok in mijn keel weg te slikken. Ik
ging staan. Ik liep wat heen en weer. Toen volgde een fijn gesprek. Over hoe
leuk we het samen hebben, hoe goed het gaat, hoe het nog beter zou
kunnen
worden. Geen loze woorden, want het is waar en ik voel het. Dat blijft, ook al
ga ik weg.
Het
afgelopen jaar gaat in flarden voorbij. Korte filmfragmenten. De leuke
contacten met collega’s. Jacolien, Elly, Anja, Marga, Ingrid, Ruud, Caroline, Ilona,
Ria en Karin. En alle anderen die ik vergeet. De frustraties, de werkdruk, het
werkplezier, het gewaardeerd worden, het idee dat je iets bijdraagt.
Een dezer
dagen valt er bij al mijn collega’s, dus ook bij mij, een kaartje op de
deurmat. Een opsteker van mijn werkgever waarin we bedankt worden voor onze
inzet. Dat wij aandacht verdienen. We worden zorghelden genoemd.
Uiteraard
met de beste intenties. Voor mij voelt het nu als een grote hap citroen. En dat
mag van mezelf.
Ik heb
voor hetere vuren gestaan en ik vind wel weer een ander weggetje. Geen reden
voor paniek of om bij de pakken neer te gaan zitten.
Een paar
keer goed slikken dus. Misschien een keer goed janken of boos worden. Maar op
wie? Op de zure citroen dan maar. De citroen die corona heet.
Deze reactie is verwijderd door een blogbeheerder.
BeantwoordenVerwijderen