zondag 30 oktober 2016

De rek er uit

Ik zag ze vroeger wel vaak in het dorp waar ik woonde. Van die brede, in mijn beleving, houten fietszadels met een gleuf over de gehele lengte. Tot op de dag van vandaag heb ik eigenlijk nooit begrepen waar zo'n gleuf voor dient.
Ze bestaan nog, hoorde ik van een kenner binnen het meidengroepje waar het onderwerp ter sprake kwam. Maar zoals dat gaat bij dames onderling, die al wat op de melige toer zijn, sloeg de fantasie al gauw op hol. Zittend op zo'n ding rekt de handel - bij dames -  toch behoorlijk uit,  concludeerden we. Ook als de gleuf bedoeld zou zijn als een soort vangnet is een correctie van het zaakje zeker het overwegen waard. De lachspieren werden dusdanig geprikkeld waardoor een behoorlijk gesprek over deze kwestie een kansloze missie werd.
Om toch wat meer duidelijkheid te krijgen over het nut van het geval kon ik het niet laten om wat research te doen op het wereldwijde web. Al gauw kwam ik er achter dat ze niet alleen voor dames maar ook voor heren bestaan. In alle soorten en maten met alle voordelen van dien. Ik citeer: 'Om drukproblemen op de basis van de penis te voorkomen.' Het zou ook nog ventilerend werken en helpen bij het voorkomen van - ik verzin dit niet - een slaapzak. Je fietst lekkerder en kunt het langer volhouden. Een soortgelijk zadel zou bij vrouwen de druk op de schaambotten verminderen.
Alle succesverhalen ten spijt, het vooruitzicht op het 'uitrek' scenario en de eventuele operatieve ingreep hiervan als gevolg,  is voor mij een goede reden om niet tot het testen over te gaan. Een echte fietsfanaat zal ik toch nooit worden en voor de langere ritten neem ik genoegen met een fietsbroek met zeem. Die biedt voldoende bescherming en houdt de boel in ieder geval bij elkaar.

vrijdag 28 oktober 2016

Klantenbinding

Hoopvol stappen we de zaak binnen en zijn blij verrast door de gezellige inrichting.
We lopen iets verder om de omgeving in ons op te nemen. Achter de bar staan twee dames. Ze hebben ons in het vizier. In afwachting van een warm onthaal staan we stil. De dames gaan echter door met waar ze mee bezig zijn. Ook de medewerkster die achter in de zaak een broodje naar binnen werkt negeert ons straal. Enigszins aarzelend besluiten we een plekje te zoeken en lopen terug naar voren. Als we een tafeltje gekozen hebben komen we snel tot de conclusie dat nergens uit blijkt dat we hier welkom zijn.
Als de dames werkelijk hun lekkere broodjes - waar zo van gepocht wordt op social media - aan ons willen slijten zullen ze toch eerst beter hun best moeten doen om ons binnen te houden. In no time hebben we de uitgang gevonden en staan weer op straat. Ik vrees voor dit trio hetzelfde in de nabije toekomst.




donderdag 27 oktober 2016

Zwarte piet



Over de zwarte pietendiscussie is al veel gezegd. Toch doe ik, tegen beter weten in, ook nog even een duit in het zakje van Sinterklaas.
Er zijn namelijk drie dingen die ik niet begrijp in deze discussie.

Ten eerste het argument van de voorstanders dat aan een traditie niet gesleuteld mag worden. Maar waarom zou je een traditie niet in een nieuw jasje mogen steken en door nieuwe inzichten niet mee kunnen laten ontwikkelen? Zwarte piet is door de jaren heen immers al overgegaan van een boeman met een roe in een soort clownspersoon, waarbij ook zijn uiterlijk is meegegaan in de verandering. En ondanks zijn bijgestelde buitenkant en imago bestaat hij nog steeds. Ook het feest op zich is veranderd. Van een lekkernij in de schoen naar meerdere cadeautjes uit de zak. En dan heb ik het nog niet eens over de commerciële versie van vandaag de dag. 
Het kan dus prima, een traditie in stand houden en de vorm regelmatig aanpassen.

Het andere punt wat me opvalt en niet begrijp is de felheid en ongenuanceerdheid in de discussie en dan doel ik vooral op de uitingen van de voorstanders, hoewel de tegenstanders ook schreeuwerig uit de hoek kunnen komen. De ongemakkelijkheid die donkere mensen kunnen voelen zodra zwarte piet in het land is vind ik een zwaarwegend argument om te bekijken of het feest aangepast kan worden. Ook iemand als Humberto Tan vond het als kind ingewikkeld als een zwarte piet met een Surinaams accent sprak. Wat is er mooier om die nare gevoelens weg te nemen door middel van een paar kleine aanpassingen?
Starheid zal ons in ieder geval niet verder brengen. 

Het laatste punt is de kinderen. Het zou niet uit te leggen zijn als zwarte piet niet meer in zijn huidige uitvoering bestaat. Echter, de meeste kinderen zijn over het algemeen zeer flexibel en kunnen gemakkelijk schakelen. Als de ouders dat goed begeleiden is er niks aan de hand. 

Ik weet dat er veel mensen het niet me eens zijn. Dat hoeft ook niet.
Wellicht heb ik wel iets geraakt, en als daar iets positiefs uit voortvloeit is dit fijn. Empathie is hier het toverwoord.
Dat staat zwart op wit.
 

woensdag 26 oktober 2016

Toiletstress

Elke keer als ik op mijn werk een bezoekje aan het kleinste kamertje breng is het hetzelfde ritueel. Als ik eenmaal zit moet ik nog een keer checken of ik deur wel goed op slot heb gedaan. Een snelle blik naar links vertelt mij in de meeste gevallen dat het knopje overdwars ligt. Dan pas zit ik rustig. Ja, je moet er toch niet aan denken dat je collega's - hoe leuk ze ook zijn - binnenkomen terwijl je je ding zit te doen?  Soms, als ik lekker bezig ben om wat lichter te worden, word ik toch nog gestoord. Dat is door de deurkruk die met een harde beweging naar beneden wordt gedrukt;  aan de buitenkant is namelijk lastig te zien of het toilet wel of niet bezet is. En steeds word ik er weer door opgeschrikt om daarna een zucht van verlichting te slaken en te vervolgen waar ik mee bezig was.
Vaak moet ik nog denken aan wat één van mijn collega's vertelde toen zij de deur van het toilet opendeed en een toiletterende beroepsgenoot aantrof. Deze dame,  al jaren niet meer werkzaam bij ons, gilde het uit. Ik denk dat ik hetzelfde zou doen en geloof me,  dat wil je niet.  De beide collega's zijn er voor zover ik weet nooit meer op terug gekomen. Ik denk dat ik er na het incident hartelijk om zou kunnen lachen. Als je het er nooit meer over hebt kan het zo ongemakkelijk worden in de omgang lijkt mij. 
Voorlopig is de kans miniem dat ik gespot word op een 'open' toilet, tenzij ik alleen maar even in de spiegel wil staren om te kijken of mijn haar nog goed zit. 
Ook als ik een gekke bek naar mezelf wil trekken zal ik mezelf heel zorgvuldig insluiten.  Geen collega die daar op zit te wachten.

dinsdag 25 oktober 2016

Stemming kip


Witte kip voor het raam. De starre oogjes staren. Ze was vanmorgen vast al doodmoe op haar stok wakker geworden en had als een berg opgezien tegen de dag. Tergend langzaam had ze zichzelf uitgerekt en de ene poot voor de andere gezet. Uiteindelijk was ze op haar vaste plekje voor het raam terecht gekomen. En nu zit ze te kijken naar een groepje mede kippen, die vrolijk scharrelend tokken alsof het een lieve lust is. De ene kip kakelt nog harder dan de andere, een staaltje pikorde van de bovenste plank. Deze kip heeft geen puf om mee te doen. En ook al was daar sprake van, dan nog mocht ze niet meedoen. En al mocht ze wel meedoen, dan kwam er binnen de kortste keren een opstootje waar zij bij betrokken, of zelfs de oorzaak van was. Nee, ze kon maar het beste hier blijven zitten, voor iedereen het beste zo. Ongezellig is het wel maar ze ziet even geen andere oplossing.

Wat brengt mij tot deze veronderstellingen? Hoe komt het dat ik denk dat deze kip moe, boos of zelfs depressief is? Hoe kun je überhaupt aan een wezen zien in welke stemming het is? De ineengedoken houding van deze kip komt op mij over alsof ze niet gelukkig is. En dan de kleine oogjes. Ze stralen iets van weemoedigheid uit. Er wordt beweerd dat ogen de spiegel van de ziel zijn. Maar is dat wel altijd zo? Er werd vroeger wel es tegen mij gezegd dat ik boos keek en daar vond men iets van en dat was niet positief. In werkelijkheid was ik niet boos.
Een leraar op de middelbare school vond mij onverschillig en zei dit op een rapportbespreking tegen mijn ouders. Hij had alles over mij kunnen zeggen maar juist dat niet.

Kan ik hiermee zeggen dat ik niets van mijn ervaringen heb geleerd? Ook ik beoordeel de kip - evenals de mensen die vonden dat ik boos keek - op haar lichaamstaal. Dat is op zijn minst raar. Juist ik zou toch beter moeten weten? Misschien heeft het te maken met het feit dat we graag mensen willen plaatsen of in hokjes willen duwen. Dan is het maar duidelijk en hoef je er niet meer over na te denken. Maar toch wil ik dat juist niet, ik wil graag open minded zijn. En niet te veel oordelen. Toch val ik - en meerderen met mij - regelmatig terug in dat patroon. En vaak kom ik er mee op de koffie. Dan kom ik er later achter dat het heel anders zat en dat ik beter mijn mond had kunnen houden, of het zelfs niet eens had mogen denken. Oordelen, vooral ook over mezelf.

Dus kun je iemand alleen maar beoordelen op wat hij of zij zegt met woorden? De leraar beoordeelde mij weliswaar op mijn lichaamstaal maar ook op wat ik zei met mijn mond. Kon hij er iets aan doen? Misschien was hij er zelfs van overtuigd en was het zijn waarheid. Zoals sommige overtuigde gelovigen dat doen door anderen hun geloof op te dringen Of wordt dit alleen maar zo opgevat door de niet- of anders gelovigen? Kan een geloof wel een overtuiging zijn overigens? Ergens van overtuigd zijn betekent toch dat je het zeker weet? In ieder geval weet je dit voor jezelf zeker. En je kunt er zo vol van zijn dat je het bijna automatisch uitstraalt. Niks aan te doen? Of hou je het vooral bij jezelf? Kun je dat? Mag je dat van jezelf of van het geloof? Of moet je er iets mee, juist vanuit dat geloof? Zo sterk soms dat het kan uitmonden in te veroordelen extremistisch geweld.

En er is ook nog iets als intuïtie. De (eerste) indruk die je van iemand hebt, klopt soms wel. Maar een uitspraak als ‘de eerste indruk is altijd de juiste’ lijkt me een dooddoener. En dan het gevoel wat je bij iets – in dit geval bij iemand - kunt hebben. Soms voel je je zomaar goed bij iemand en soms juist helemaal niet. Of is dat niet zomaar en komt dat ergens van? Hier komt lichaamstaal ook weer om de hoek kijken.

Wil ik dus eigenlijk af van oordelen op basis van non verbale en verbale communicatie? Dan zou ik de lat voor mezelf erg hoog leggen. Het kan ook helemaal niet. Hoe dan ook, zaken subjectief bekijken, mensen beoordelen op hun uiterlijk en lichaamstaal, we doen het allemaal. Is dat erg? Soms wel, niet altijd. Een wezen is nooit helemaal goed of helemaal slecht, zwart of wit. Over clichés gesproken. Psychologie van de koude grond? Ja, dat zou heel goed kunnen. Niks nieuws onder de zon, de waarheid zal ergens in het midden liggen.

Nu terug naar de witte kip. Ze zou heel goed tevreden kunnen zijn met dit rustige plekje voor het raam. Lekker warm, geen gedoe aan haar kop. Heerlijk in zichzelf. Genieten van wat er te zien is op het erf. Of juist het tegenovergestelde; er van genieten dat er zich daar helemaal niets afspeelt. Geen zorgen om haar natje en haar droogje. Gewoon een blije, voldane kip, die net als ieder ander wel es een goeie of een slechte periode heeft. Vragen hoe het met haar gaat? Ja, dat kan. Alleen zul je dan geen antwoord krijgen. Maar daar kan ik helemaal niet over oordelen. Ik ben geen kippenkenner en bovendien heb ik nog nooit aan een kip gevraagd hoe het met haar gaat. En wat is antwoord geven? Dat kan ook met lichaamstaal, al dan niet vergezeld met kakelen en of tokken. En wat betekent het? Ik zal mijn zus eens vragen. Zij houdt kippen en houdt altijd van ze. Onvoorwaardelijk.
En dat staat als een huis.

maandag 24 oktober 2016

Het leukste

Vanochtend, vlak voor schooltijd, kwamen mijn jongste en ik via het weer (koud hè?) op het onderwerp Italië. Afgelopen zomer maakten we, samen met familie, een mooie rondreis met een gehuurde camper door dit prachtige land. We sliepen o.a. op de Vesuvius en hadden uitzicht op Napels. Mijmerend over de warmte en de gezelligheid zei hij: 'Weet je wat ik echt het leukste vond van de hele vakantie?'
'Nou?'  Het kwam er quasi onnozel uit. Ik wist namelijk bijna zeker dat hij als waterrat iets zou zeggen als:  'Zwemmen in het meer van Bolsena!' Klaar voor het antwoord ging ik er es lekker voor zitten.
'De terugreis!' klonk het opgewekt.
'Hmm, de terugreis, hoezo dat?' Ik kon mijn teleurstelling nauwelijks verbergen. 'Wat is er mis met fietsen door Rome en overheerlijke pizza's?' dacht ik zonder het hardop te zeggen. Zijn enthousiasme ging nog een tandje hoger toen hij vervolgde: ' Dat we toen tijdens het rijden bovenin de camper mochten liggen en dat we een appeltje in een bakje  kregen.' 
Enjoy the simple life.
Ik heb er soms moeite mee; hij kan het!

zondag 23 oktober 2016

Persoonlijk


Iemand vertelde mij laatst dat, nadat zij een tijd afwezig was geweest op haar werk, een aantal collegae haar bij terugkomst hadden laten weten dat ze dingen anders hadden gedaan. En ze lieten haar heel fijntjes merken dat haar manier van werken niet goed was.
Maar…. dit was niet persoonlijk bedoeld. Hè, gelukkig maar.
Allergisch werd ze van die uitspraak, nog steeds trouwens.

Dit deed mij denken aan een oud collega die eens vol los ging over, daarbij iedereen over de spreekwoordelijke kam scherend, vluchtelingen, asielzoekers, buitenlanders, Marokkanen, Turken en wat dies meer zij. ‘Ik heb niks op die mensen tegen hoor maar het wordt gewoon te vol in Nederland.’
Beweren dat je niet oordeelt en iets niet persoonlijk bedoelt maar juist door dit te zeggen benadrukken dat je het wél doet.
Allergie dus voor dat soort uitspraken, en daar mee ook voor dat soort mensen.
Heel persoonlijk bedoeld.

De horror clown


Clowns. Ik heb er nooit iets aan gevonden. Zó niet grappig, haast vervelend. Toen mijn jongste jaren geleden enige tijd in het ziekenhuis moest verblijven kwamen er ongevraagd twee cliniclowns bij hem op bezoek. Ze voerden één of ander onbegrijpelijk toneelstukje op dat komisch zou moeten zijn. Mijn zoon - wellicht erfelijk belast - lag er met een stalen gezicht naar te kijken, zijn moeder idem dito. Ze waren binnen een paar minuten verdwenen, op zoek naar kindjes die wél om hun optreden konden lachen want die waren er vast en zeker.
Ik mag lijden dat de opgedoken horror clown, met zijn uit de hand gelopen grap, er voor zorgt dat alle clowns in Nederland per direct verboden worden.
Dat zou pas humor zijn. Waarschijnlijk ook wishful thinking.

Gewoon leuk


Als ik bij de kruising mijn richtingaanwijzer omhoog duw stop ik braaf omdat de naderende fietser voorrang heeft. De wind in zijn haren, al slingerend komt hij dichterbij. Vrolijk kijkt hij mijn kant op en begint te zwaaien. Automatisch zwaai ik terug terwijl ik hem goed in me opneem. Nee, ik ken hem echt niet.
Als ik de bocht neem en verder rij ben ik verward en verwonderd tegelijkertijd.
Deze jongen bedankte mij omdat ik alleen maar deed wat ik moest doen. Nauwelijks volwassen en toch al zo goed sociaal ontwikkeld.
Ze bestaan echt en ik hou er van!

De kunst van de keeper


Zaterdagochtend langs de lijn, in dit geval achter het doel.
' Niet verslappen jongens!' klinkt het coachend vanuit zijn domein.
Ik heb weinig verstand van voetbal maar ben slim genoeg om te begrijpen wat hij bedoelt. Hij observeert het spelletje met een soort van natuurlijke rust, met respect voor zijn teamgenoten.
Af en toe komt hij in actie, hij houdt de nul.
Mooi om te zien. Trots op mijn kanjer


Fijne rit


Op het moment dat ik incheck voel ik al dat het goed zit.
Vanmiddag had ik weer zo’n leukerd, zo tegen zijn pensioen aan schat ik.
Ik vroeg hem of hij kon zien of deze bus aansluiting had op lijn 88. Dat kon hij niet maar wou wel even bij zijn collega’s checken of dit het geval was. De bus ging rijden en hoewel er plek genoeg was om te gaan zitten bleef ik gezellig bij hem staan. Ondertussen keuvelden we over zijn werk en zijn loopbaan, over het verschil in karakters, ook onder buschauffeurs.
Je kunt het zo leuk maken als je wilt, daar waren we het samen over eens.
Lijn 88 werd het niet dus reed ik mee tot aan Centraal.
‘Het was me een waar genoegen’, zei ik toen ik bij de voordeur mocht uitstappen. Heerlijk zo’n chauffeur die soepel met de regels om kan gaan. 'Niet met de bestuurder praten’, lapte hij ook al aan zijn laars.
‘Morgen weer?’ grapte hij.
Graag!

Ouwe meuk


'Nee, dat is voor ouwe wijven.' Het klinkt kordaat. Haar moeder kijkt wat beteuterd maar heeft onmiddellijk door dat het geen enkele zin heeft om haar dochter - hooguit 16 - deze winkel binnen te loodsen.
Hoewel ik mij zeer aangesproken voel kan ik een glimlach niet onderdrukken.
Ik loop verder, de fiets aan de hand. Verderop zie ik een paar jongens van een jaar of 13 met modieuze kapsels. Ze ogen vrolijk en onbezorgd, de stembanden nog op kindersterkte.
Even later koop ik in mijn favoriete zaak een lekker luchtje, niet alleen te dragen voor dames van mijn leeftijd overigens.
Maar al was dat het geval, het kan me geen moer schelen.
Eén van de grote voordelen van het ouder worden.
Fijn!

Voordringster


Als ik me richting de kassa beweeg en er eentje kies die het minst druk is, doemt er uit het niets een mevrouw op. Ze heeft een paar boodschapjes in de hand. Haar blik gaat richting de inhoud van mijn kar. Even twijfelt ze maar dan schuifelt ze voor me langs.
‘Oh’, klinkt het enigszins verbaasd uit mijn mond.
Ze kijkt mijn kant op. Ik bespeur geen enkele emotie als haar ogen de mijne treffen.
Snel draait ze haar hoofd weer om en zet haar spullen op de band.
Verbijsterd is een groot woord maar toch ben ik lichtelijk met stomheid geslagen. Ook als ze achter mij was gaan staan had ik haar zonder twijfel voorrang verleend. Het feit dat ze dit nu zelf neemt wekt bij mij toch een lichte irritatie op.
De mintgroene crocs die ze draagt helpen niet echt om dit te verminderen.