dinsdag 28 februari 2017

Gelukzoekers

Eén van de argumenten die vaak aangevoerd wordt om vluchtelingen niet welkom te heten is dat het gelukzoekers zouden zijn. Deze mensen komen naar elders waar ze menen het economisch beter te kunnen krijgen. Het woord 'gelukzoeker' heeft een negatieve lading en wordt vaak ook als zodanig uitgesproken alsof het een doodzonde zou zijn.

Wat is geluk? De officiële definitie luidt: 'Het tevreden zijn met de huidige levensomstandigheden'. Je prettig en plezierig voelen dus. Is iedereen die leeft daar niet naar op zoek? Waar je ook bent en wat je voelt, waarneemt, onderneemt en meemaakt? Mensen willen zich graag prettig voelen en doen er alles aan om dat voor elkaar te krijgen. Zij gaan daarvoor op de vlucht, hetzij vanuit een oorlogsgebied, uit een slechte relatie, onprettige woonomgeving of uit een baan die niet meer inspireert. Allemaal zijn we op zoek naar het ultieme geluk en streven we altijd naar iets beters, iets mooiers en iets groters. 

Om die reden heb ik nooit begrepen waarom het naar geluk zoeken met afkeur bekeken wordt en vooral ook de hypocrisie die daarmee gepaard gaat. Ook omdat je niet kunt oordelen over hoe een ander zijn ongeluk ervaart en de dromen die hij of zij heeft om het geluk na te streven. En vanuit de welvarende, westerse luie stoel in het mooie huis met grote tuin schijnt het dan gemakkelijk te zijn om te bepalen dat dit geluk niet weggelegd is voor de minderbedeelden op dit gebied. Want hun komst zou wel eens kunnen betekenen dat het opgebouwde geluk daarmee in het gevaar komt.

Voor het bereiken van geluk heb je in veel gevallen economische middelen nodig. Mensen doen er alles aan om die te bemachtigen. Ook de zogenaamde 'echte' vluchtelingen zoeken hiernaar om een beter leven op te bouwen. Heel begrijpelijk, menselijk en nodig voor een beetje geluk. De mensen die het hardst tegen gelukzoekers protesteren zijn vaak de eersten die hetzelfde zouden doen als zij het ergens anders, veelal op economisch gebied, beter kunnen krijgen.

Laten we elkaar het geluk gunnen, ongeacht welke betekenis dit begrip voor iemand persoonlijk inhoudt op de weg er naar toe. Laten we de uitdrukking 'gelukzoeker' omarmen in plaats van deze met walging uit te spreken en te bekritiseren. 
We zijn het immers allemaal?

zaterdag 25 februari 2017

Wat mensen willen

Even een paar boodschapjes halen bij de winkel, die vooral aanbod heeft in het lageprijsassortiment én begint met een A, is op zaterdagmiddag een uitdaging of liever gezegd een bezoeking. Het begint al op de parkeerplaats.  Ik constateer dat er vanmiddag opvallend veel mindervaliden deze zaak hebben gevonden want geen enkele plek is onbezet. De aanhouder wint is het motto als we - mijn partner achter het stuur -  stug rondjes blijven rijden om een plekje te scoren, wat tegen de verwachting in toch nog vrij snel lukt.

In de winkel pak ik snel een mandje en ga recht op mijn doel af. Schoonmaakmiddelen, wasverzachter, shampoo en deodorant. Ik loop bijna tegen het karretje van een, gezien zijn blik, verveelde man aan. Zijn vrouw zegt dat ze toch nog even bij de leuke kussentjes, die verderop liggen, wil kijken. Zijn gezicht met rossige snor blijft in de plooi als hij haar volgt naar het volgende gangpad. 

Hoewel de andere rijen ook tot half in de winkel reiken staan we bij de kassa zeker in de verkeerde want voor ons staat een stel dat hun kar overvol heeft geladen met uiteenlopende dingen zoals gereedschap, schilderijtjes, plastic mandjes, chocolade en  snoep. De vrouw, kan blijkbaar niet zo lang wachten maar het kan ook zijn dat ze haar suikerspiegel op pijl moet brengen als ze een zakje winegums openmaakt en begint te kanen. Ondertussen gaat er een geluidje af op haar telefoon. Even denkt ze na, graait dan met haar hand in haar decolleté en haalt het exemplaar met olijfgroen hoesje tevoorschijn. Als ze haar bericht checkt is haar man bezig de spullen op de band te leggen. Bij het afrekenen zie ik dat de gouden ketting om haar hals en bijpassende wenkbrauwpiercing goed afsteken bij haar zwarte outfit.

De bedenkers van dit winkelconcern zijn slim en schijnen precies te weten waar de vraag van de consument ligt. Eén van de redenen van het jarenlange succes in meerdere landen en waarin Nederland aan de top gaat.
Als we naar buiten lopen zie ik dat er weer in een enorme behoefte is voorzien. De vrouw uit de winkel is bezig om een grote roze tuinkabouter vanuit haar kar in haar kofferbak te plaatsen.

zaterdag 18 februari 2017

Geen Sarah

Nu de datum steeds dichterbij komt heeft het geen zin meer om mijn kop in het spreekwoordelijke zand te steken. Vluchten heeft geen enkele zin, ik zou ook niet weten waar naartoe en dus ben ik genoodzaakt om het voldongen feit onder ogen te zien. Tot die tijd zullen er nog enkel stuiptrekkingen zijn en op de dag van de waarheid zal ik mij volledig overgeven. 

Voor zover ik weet heb ik in mijn familie en vriendenkring geen personen die het leuk vinden om een afgrijselijke opblaaspop te plaatsen of mijn huis met spandoeken en andere tierlantijnen te bevuilen. Al was dat wel het geval dan kon ik me er gelukkig toch niet aan ergeren omdat ik de bewuste dag niet thuis zal zijn. Ik heb daar sowieso nooit de lol van ingezien. De poppen die Sarah moeten voorstellen zien er altijd uit als oma's van ongeveer twee eeuwen geleden toen vrouwen van vijftig oud en bijna afgeschreven waren. De pop is absoluut niet mee ontwikkeld, heeft altijd een grijze knot op haar hoofd, een rond brilletje op haar neus en oogt alsof ze zich uitsluitend achter een rollator kan voortbewegen. Ik begrijp niets van die neerbuigende persiflage. Humor uit het jaar nul.
 
Hoewel ik alle clichés zoals ' je bent zo jong als je je voelt' en 'vijftig is het nieuwe veertig'  meermalen langs heb horen komen als het onderwerp waar dan ook ter sprake kwam geef ik ruiterlijk toe dat ik het moeilijk vind om de leeftijd te accepteren. En daarbij kom ik in tweestrijd met mezelf omdat ik eigenlijk vind dat dat niet mag aangezien ik gewoon blij mag zijn dat ik het gehaald heb. Maar de eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat deze waarheid momenteel nog ondergesneeuwd wordt door het zogenaamde 'V' woord. 

'Het is maar een getal', zei een vriendin, die zelf begin veertig is en in die zin wellicht gemakkelijk praten heeft. Toch heb ik besloten deze uitspraak als uitgangspunt te nemen voor de rest van mijn leven. Sommige Sarahs die ik tegenkom zijn namelijk nog lang geen vijftig. 

woensdag 15 februari 2017

Hoffelijkheid boven hufterigheid

'Zal ik u even helpen mevrouw?' hoor ik de jongen - hooguit achttien jaar - tegen een vrouw van een jaar of zesentwintig zeggen die met haar buggy, met kind, uit de bus moet stappen. 'Nou, ik ben er inmiddels aardig handig in maar bedankt!' antwoordt ze lachend terwijl ze de buggy met één soepele beweging over het trapje naar buiten duwt. De jongen bekijkt het tafereel met enige bewondering en volgt haar.

Berichten in de media over hufterigheid  op straat, in het verkeer, het openbaar vervoer en ook geluiden over agressie tegen ambulancepersoneel en politie zijn aan de orde van de dag. Het lijkt erop dat dit alleen nog maar toeneemt en dat men zich steeds onveiliger gaat voelen. Gelukkig -  ik moet het afkloppen -  heb ik deze zaken nog nooit aan den lijve ondervonden. Integendeel, voorvallen zoals ik hierboven schets maak ik regelmatig mee. Misschien heeft het er mee te maken dat ik mij vooral in het noorden van het land begeef en dat elders, bijvoorbeeld in de Randstad, zich meer negatieve incidenten voordoen. Mijn zusje, die daar woonachtig is en ook met regelmaat gebruik maakt van het openbaar vervoer heb ik trouwens ook nog nooit negatief horen uitlaten over dergelijke situaties. Waarschijnlijk komt dat ook omdat we daar niet het accent opleggen en meer letten op positieve gebeurtenissen.

Ik moet in dit verband denken aan een tante, die regelmatig tijdens haar wandeling in het park een groepje hangjongeren op een bankje tegenkwam,  die omringd waren met - her en der verspreide - lege drankflessen. Ze sprak ze dan vriendelijk aan, zonder ze te veroordelen op hun drankgebruik, met het verzoek of ze de flessen in de glasbak wilden doen, als ze de plek zouden verlaten. Ze vertelde dat de mannen uiterst beleefd toezegden dat ze dit zouden doen. Als ze dan even later langs de plek kwam bleek dat zich aan hun belofte hadden gehouden. 'Als je mensen vriendelijk bejegent, doen ze dat ook terug', was haar motto. Bovendien kende ze geen angst en dwong daarmee ook een soort van respect af. 

Ik realiseer mij dat er wel degelijk schofterig gedrag bestaat en wil de geweldsincidenten en de lompe gedragingen zeker niet bagatelliseren maar leg toch liever de nadruk op de positieve tegenhangers. Dan maar soft. Een hufter moet van goede huize komen om mij hiervan af te brengen.

zondag 12 februari 2017

Gelijk is geluk

'Dat is dan 5 euro en twintig cent' , zegt het meisje nadat ze de twee warme chocolade met slagroom heeft aangeslagen op de kassa. 'Oh, ik dacht 5 euro', zegt mijn partner terwijl hij het geldbriefje in de aanslag houdt. 'Op de kaart buiten staat dit voor 2,50. Ik weet het eigenlijk wel zeker', gaat hij verder. 'Dat gaat u mij niet wijs maken' , zegt het meisje lachend terwijl ze de prijskaart pakt en het door ons genuttigde drankje op zoekt. Haar baas staat achter haar, zijn handen op de rug en mompelt '2,60...' Met haar vinger wijst ze triomfantelijk naar de prijs die haar baas net zachtjes maar zelfverzekerd  uitsprak. Vermoedelijk om het ijs te breken maakt hij een opmerking over de FC Groningen outfit van mijn eega en vraagt of ze gewonnen hebben. Het meisje en ik zijn het er over eens dat het best pijnlijk is om daar nu over te beginnen maar haar baas is blijkbaar echt niet op de hoogte van de laatste nederlaag van de club. Er volgt een korte conversatie over de matige resultaten in het algemeen en die van gisteravond in het bijzonder. Als we afgerekend hebben zegt de uitbater dat hij het bedrag zal verrekenen als dat op de kaart op het terras verschilt met de prijs die binnen gehanteerd wordt. 'We gaan het direct controleren', zegt mijn echtgenoot grijnzend als we naar buiten lopen en voegt onmiddellijk de daad bij het woord. Een snelle blik op de kaart vertelt ons dat hij in zijn recht staat en met het bewijsmateriaal in zijn hand loopt hij, met mij in zijn kielzog, weer terug naar binnen. De eigenaar komt ons tegemoet, bekijkt de prijs en maakt al aanstalten om zijn eerder gedane belofte in de praktijk te brengen. ' Ben je gek, dat hoeft helemaal niet', zegt mijn partner en duwt het bonnetje, dat hij eerder van het meisje bij de kassa kreeg, in de handen van de man. ' Bedankt en fijne dag nog!' klinkt het vriendelijk. Dat gaat wel lukken, heerlijk om gelijk te hebben.

zaterdag 11 februari 2017

Veertigplussers kunnen feesten

Met een groepje van twee hooggehakte collega's en drie, die de lat iets minder hoog leggen, lopen we in de koude avond richting restaurant Het Zwarte schaap waar we uiterst vriendelijk worden ontvangen. Na een korte wachttijd aan de bar mogen we plaatsnemen aan een mooie tafel in het midden van de zaak. Het is er gemoedelijk en sfeervol, een perfecte start voor een gezellige avond uit. Zowel de proeverij van verschillende gerechtjes, als het hoofdgerecht met o.a. mixed grill, forel en bruschetta's en het hemelse nagerecht van een soort van appeltaart met slagroom worden met smaak genuttigd. Dit alles om een bodem te leggen voor de hoofdact van vanavond, de dansavond voor 40 plussers, het zogenaamde '40up'.

Na wederom een koude wandeling bereiken we de Oosterpoort, waar het festijn zich bevindt. Het is er al aardig vol met mannen en vrouwen van middelbare leeftijd die zich wanen in hun jeugd. Als we de grote zaal bereiken is het knap lastig om een plekje te bemachtigen, waar we onze danspasjes en dito armbewegingen de ruimte kunnen geven. Ik zie een oud-collega, die ik zeker 10 jaar niet heb gezien en het weerzien is, net als de zaal , warm en gemoedelijk. Eén van mijn huidige collega's, die ook mee is vanavond, denkt hem toch zeker ergens van te kennen maar beiden zullen er deze avond niet achter komen waarvan. Dit is overigens geen reden om het niet gezellig te hebben met elkaar, de gedraaide nummers zijn een feest van herkenning en vrijwel alle genres komen aan bod. Het is genieten op en top en het cliché dat muziek verbroedert wordt weer eens bevestigd.

Een naar zweet geurende meneer, met roze blouse, die meent zich bij ons in de buurt te moeten ophouden is een goede reden om iets verder naar het podium op te rukken waar we ook nog eens meer ruimte hebben onze swingkwaliteiten te benutten.  Een dame, met haar mouwloze en omhoog kruipende glittertopje, dat er voor zorgt dat haar 40 plus buik steeds in ons gezichtsveld komt, wordt door ons kostelijk aanschouwd en geanalyseerd. Een ruige rocker, die uit de menigte opdoemt, wordt haar danspartner en samen hebben ze zichtbaar plezier in dit gedeelte van de balzaal. Noem het naïef of illusionair maar de setting van deze avond zou de basis moeten zijn voor elke vorm van samenzijn, relaxt en sympathiek.

Als de late uurtjes zich aandienen wordt het tijd om naar huis te gaan. De voetjes, met of zonder hakken, zijn aardig op de proef gesteld en moeten nog even mee maar nu in wandeltempo naar de geparkeerde auto's. De eventuele naweeën hiervan nemen we voor lief als we terugkijken op een onvergetelijke avond met prima gezelschap!

dinsdag 7 februari 2017

Depressie als hype?

'Een depressie is helemaal in en hip hè?' Deze vraag had iemand gekregen die een depressie achter de rug had en hier een column over schreef. Om de redenen dat je ineens zoveel hoort over de ziekte, dat allerlei bekende Nederlanders uit de kast komen en niet te vergeten het Depressiegala dat begin dit jaar werd gehouden.

Voor mij een mooie aanleiding om er ook iets over te schrijven. Als ervaringsdeskundige, ik heb er meerdere gehad, kan ik zeggen dat het hebben van een depressie alles behalve hip is. Ik voelde me moe, niets waard, besluiteloos en schuldig omdat ik niet kon zijn wie ik wou zijn.  Ik haatte de vogels die floten, ik kon geen muziek meer verdragen en het doen van een korte wandeling was een immense opgave. Lachen was iets wat ik ooit eens in een ver verleden had gedaan, hoe ik dat moest doen en met welke reden, was ik totaal kwijt geraakt. En dat maakte dat ik voor mijn gevoel nog verder naar beneden denderde. Ik lag veel op bed, niet omdat ik dat fijn vond, ik vond namelijk niks fijn maar omdat ik daar niets hoefde en me af kon sluiten van de wereld om me heen. Dat voelde niet goed, vooral ook niet ten opzichte van de mensen die het dichtst bij me stonden maar er was voor mij geen alternatief. Mijn strijd tegen het accepteren van het pijnlijke feit dat ik echt ziek was én dat er geen uitzicht was op een vlotte genezing, was een innerlijk gevecht wat maanden duurde. Toen ik uiteindelijk onder ogen zag dat ik niet anders kon doen dan me hierbij neer te leggen, zette de verbetering heel langzaam in. Opeens voelde je je een paar minuten goed. Of je kwam erachter dat je een gedeelte van een liedje mee neuriede, om daarna weer in het gat te vallen, omhoog te klauteren, weer te vallen en dat in een steeds terugkerend proces.

De professionele hulpverlening met haar 'we weten wel wat goed voor je is' houding vond ik over het algemeen betuttelend en werkte averechts in mijn genezingsproces. Want ik wist natuurlijk prima dat het goed was en is om een beetje, zo goed en kwaad als dat ging, in de running te blijven. Maar het ontbreken van het inzien van het nut en de lol daarvan is juist kenmerkend voor de ziekte. Uiteraard deed ik mijn best en ging ik toch af en toe iets ondernemen. Maar niet omdat een hulpverlener aan mij vroeg of ik een activiteit kon bedenken die ik zou kunnen doen zodat hij of zij die vraag weer af kon tekenen in het dossier. 'Het valt niet mee, een depressie....', zei één van de zorgverleners eens op denigrerende toon met het doel mij van de bank af te krijgen. Als ik er toen toe in staat was geweest had ik dat laatste ter plekke met hém gedaan. 
 
Waar ik wel iets aan had was als een dierbaar familielid, vriend of vriendin naast mij ging staan of zitten en mij een luisterend oor, een arm of een schouder bood. Er gewoon zijn, zonder ongevraagde adviezen te geven is iets wat mij steun gaf en dat ik daarbij mijzelf kon zijn en er niet geoordeeld werd over mijn huilbuien of intrieste gevoel. En dat zij tegen me zeiden dat het allemaal weer goed met mij zou komen en dat vertrouwen naar mij uit spraken. Hoe moeilijk dat ook was want als je op de bodem van de put zit is het lastig voor te stellen dat je op den duur kunt gaan klimmen, laat staan dat je ooit eens de top van de berg weer kunt zien en zelfs aan kunt raken. 

Depressie een modeziekte? Nee, wel uiterst modern om de ziekte uit de taboesfeer te halen.

zondag 5 februari 2017

De Groningse eierbal


Hij is iets groter dan zal zijn vlezige concurrent de gehaktbal en op het eerste gezicht heeft hij qua structuur iets weg van een bitterbal maar daar houdt de vergelijking wel mee op. De eierbal is voor niet Groningers maar ook voor wie dat wel zijn de moeite waard om minstens een keer in je leven te geproefd te hebben dan wel een kans te geven. 

Er zijn verschillende manieren om hem te consumeren. De lekkernij snij ik precies doormidden. Dat is even doorzagen als je een mes gebruikt dat niet al te scherp is. Eeuwig zonde als de bal daardoor op de grond belandt.  

Nu de twee helften van elkaar gescheiden zijn is prachtig te zien hoe de genotslaagjes zorgvuldig opgebouwd zijn en moeiteloos in elkaar overgaan. Een heerlijke krokante laag  met van binnen een kring van ragout, die gekruid is met kerrie waarin het hardgekookte ei zorgvuldig ingekapseld ligt. Alvorens ik hem mij eigen maak kies ik voor een snijmethode waarmee ik alle ingrediënten van het zalige gerecht op mijn vork krijg en met mijn smaakpapillen de combinatie van alle bestanddelen waarneem. En dat zo'n zeven tot tien keer achter elkaar al naar gelang de grootte van je happen. In één woord verrukkelijk! Eersteklas genieten met mijn ogen dicht. 

Omdat ik weet dat over smaak geen enkele twist zinvol is zal ik na vandaag geen poging meer doen om ze te promoten en alleen met medestanders over deze smaaksensatie van gedachten te wisselen. 

Eierballen, je houdt van ze of je haat ze. Ik ben bang dat een tussenweg niet mogelijk is.  Omdat  smaken in de loop van de tijd wel eens kunnen veranderen is er nog wel een sprankje hoop voor de mensheid die ze verafschuwt en op een dag mag ervaren hoe lekker ze zijn. Maar als dat betekent dat ik ze ooit ook eens zal haten hoop ik dat dit voor mij niet op gaat.