zondag 30 april 2017

Wat je niet doodt, maakt je sterker


Hoe bijzonder is het om in deze tijd van herdenking van de slachtoffers van de tweede wereldoorlog én het vieren van de vrijheid de langstlopende musical van Nederland, Soldaat van Oranje, te bewonderen. Het overkwam mijn echtgenoot en mij vandaag. We werden overweldigd door het aangrijpende verhaal van Erik Hazelhoff dat geschetst werd door toneelspel en zang, afgewisseld met echte filmbeelden van meer dan zeventig jaar geleden. Wat mij vooral trof waren de worstelingen met gevoelens zoals angst, boosheid, verdriet en hoop maar ook een thema als vriendschap en of deze onder alle omstandigheden onvoorwaardelijk zou moeten zijn, zelfs als dit over de grens van eigen principes gaat en je hierdoor met jezelf in conflict kunt komen. In de musical komt de vriendschap tussen Anton en Erik op losse schroeven te staan als Erik niet mee wil met Anton om diens ouders, lid van de NSB, in de gevangenis te bezoeken. Anton verwijt de jongens van het verzet, met name Erik, zijn beste vriend, dat zij hem hebben laten vallen. Ze komen lijnrecht tegenover elkaar te staan en raken steeds meer van elkaar verwijderd.


Wat doe je in tijden van oorlog of in andere moeilijke omstandigheden voor de mensen om je heen en wat laat je juist? Breng je zelf in gevaar om iemand te redden? Steel je voedsel voor jezelf en voor anderen als je honger hebt? Verraad je je vrienden om je eigen hachje te redden?  Een sociaal wenselijk antwoord op deze vragen weten we vaak wel maar in veel gevallen zul je er pas achter komen hoe je zult handelen als je daadwerkelijk voor deze dilemma's komt te staan. Erik had tijdens de oorlog veel vrienden, waaronder zijn grote liefde, verloren. Ondanks en dankzij zijn verdrietige ervaringen kwam hij sterk uit de strijd. Hij bracht hierover een hartverscheurend lied ten gehore in het slot van de musical waarin alle emoties invoelbaar werden voor het publiek in de zaal. De kracht die hieruit sprak was diep schrijnend.

4 en 5 mei krijgen voor mij dit jaar een extra betekenis. 
Hulde aan de hele cast die dit mogelijk heeft gemaakt!




donderdag 27 april 2017

Een warme deken

'Doe je been eens naar beneden, het tocht hier als de neten!', klinkt het naast me.  Om onze benen tegen de kou te beschermen hebben we er - hoe toepasselijk op deze dag -  een oranje sprei op liggen. Aangezien ik mijn rechterbeen over mijn linker gekruist heb zorgt dit er klaarblijkelijk voor dat de benen van mijn vriendin in de kou komen te staan, waardoor ik onmiddellijk door haar gesommeerd word om mijn been van de andere af te halen. Met enig gesputter doe ik wat ze zegt.

We zitten samen op de Koningsmarkt in Roden waar we een plaatsje in het centrum, naast de poffertjeskraam, hebben bemachtigd. De vijftigste verjaardag van de koning vieren we door overtollige huisraad te slijten aan iedereen die dat maar wil. Begin dit jaar hielp ik mijn vriendin met het opruimen van haar zolder.  Op die plek heb ik toen de plechtige belofte gedaan om de spullen die ze niet meer in haar huis wou hebben maar nog te goed waren om weg te doen te koop aan te bieden op 27 april. Een bonte verzameling van dvd's, boeken, kleding, spelletjes en knuffels hebben we, voor dag en dauw, de vrieskou trotserend, zorgvuldig tentoongespreid in de hoop de koopkrachtige Rodenaren en het overige langstrekkende voetvolk te verleiden tot aanschaf van spullen die hoogstwaarschijnlijk volgend jaar weer elders op een kleedje aangeboden worden. We wanen ons in een aflevering van Mindfuck als een aangeboden twee euromunt in ruil voor een 'Dokter Bibberspel'  bij het werpen ervan verdwijnt als sneeuw voor de zon om het niet meer terug te vinden deze dag. De gever ervan moet een succesvolle carrière in het circus zijn misgelopen.

Een mix van zon en kleine regenbuitjes zijn het decor van een vrijmarkt die al gauw goed begint te lopen. Gezellige mensen uit alle lagen van de bevolking zien we voor onze ogen opdoemen en weer verdwijnen waarbij sommige passanten door ons gebruikt worden als inspiratiebron voor nadere analyse. Zo is er een mevrouw die vanochtend zonder enige twijfel haar slaaptent, die ze nog in de garage had liggen, besloot te gebruiken als letterlijke dekmantel om nieuwe zooi aan te schaffen, een man bij wie onder zijn grijze hangsnor een compleet tweede leven tot stand komt, een raadselachtige dame met kort pittig kapsel, een imitatie van Pippie Langkous, een lief jochie met rossig haar en een moeder die haar eigen problemen projecteert op  haar peuterzoontje dat ze dwingt zijn poffertjes op te eten. Grijze heren van zeventig plus proberen ons het hof te maken en met regelmaat worden we toegelachen door jong en oud die het merkbaar aandoenlijk en grappig vinden hoe wij onder onze oranjekleurige sprei de dag doorbrengen, waarbij de kans groot is dat we hiermee de plaatselijke krant zullen halen. 

Eén opmerking van een vriendelijke meneer zal ons bijblijven. Nadat hij gezegd had dat de deken ons wel lekker warm zou houden en wij tegelijk reageerden met: 'We hebben vooral warmte van elkaar!',  antwoordde hij met een blik van verstandhouding: 'Dát is het allerbelangrijkste!' 
Hij snapte de ware betekenis van het woord.



dinsdag 25 april 2017

Je eigen (ape)kop volgen

'Waarom rij je hier maar 100 als je 120 mag?' zegt mijn 87e jarige moeder die naast mij zit terwijl ik haar auto bestuur. 'Ik vind dit denk ik een beetje spannend, al die auto's links en rechts', antwoord ik. Ze zegt niks maar denkt er het hare van. Een ervaren rijdster als zij zwicht niet voor het overige verkeer, houdt alles wat er om haar heen gebeurt goed in de peiling en vindt het geen probleem om het gas goed in te trappen, zeker als dat toegestaan is.

Het is zaterdagmiddag en ik breng haar naar een vriendin in Voorschoten met wie ze de volgende dag naar Sint Maarten vliegt. Ik word vergezeld door een vriendin die op de achterbank geniet van de interactie tussen moeder en dochter. De meneer van de navigatie zegt dat we de rechterbaan moeten nemen terwijl mijn moeder toch zou zweren dat dit de verkeerde kant op is. 'Zal ik hem negeren en 'jouw' route aanhouden?' vraag ik haar. 'Soms is het beter om niet naar een man te luisteren en je eigen weg te volgen', ga ik verder. Mijn moeder is het daar mee eens maar zegt: 'Nee, toe maar, kijk maar waar hij ons heen leidt'. Het gemurmel gaat nog even door als ze merkt dat we omgeleid worden en minstens een half uur later dan verwacht op de plaats van bestemming komen waar we warm onthaald worden door haar reismaatje. Mijn moeder ziet toch wel wat op tegen de vliegreis en heeft op aanraden ter verkoming van dikke enkels en voeten steunkousen aangeschaft. Ik had een paar professionele bij de ANWB gezien maar omdat deze uitsluitend in het zwart verkrijgbaar waren ging ze naar de Hema voor huidkleurige. 'Als het helpt doe ik wel twee paar over elkaar, ik ben niet van de zwarte kousen' klinkt het resoluut en lachend én ik neem mijn stok mee in het vliegtuig, dan laten ze mij net als de vorige keer voor gaan. 'Pas je een beetje op haar?' vraag ik aan haar reisgenote. 'Ik denk dat ze op mij moet passen, zij is de oudste', zegt ze ad rem.  Deze reis gaat zonder enige twijfel helemaal goed komen.

Mijn vriendin en ik rijden verder naar Monster aan zee waar we in het huis van mijn zus en zwager een nachtje blijven logeren om nog even het strand en wat gezelligheid mee te pikken. 'Ik ben helemaal fan van je moeder', zegt ze. 'Zo wijs, mooi, stoer en eigenzinnig.' Ik kan het alleen maar beamen. We moeten nog even lachen om het verhaal wat mijn moeder eerder deze middag vertelde. Zij werd vroeger als kind (evenals haar oudere zus) op weg naar school nageroepen met 'Apekop'. Ik heb dit woord even gegoogeld en de betekenis is een stuk positiever dan het woord in eerste instantie doet vermoeden, namelijk ondeugend, sympathiek maar guitig iemand. 
Het klopt.



dinsdag 18 april 2017

Twijfel is fijn en de waarheid bestaat niet

' Kun je het een beetje volhouden?', vraagt mijn echtgenoot als hij naar buiten komt en mij in de relaxstand van de zon ziet genieten .'O maar ik heb net het hele terras aangeveegd', antwoord ik hem. 'Ik zeg er toch niks van, ik stel alleen een vraag, gaat hij verder als hij een tuinstoel pakt om mij gezelschap te houden. We moeten beiden glimlachen. Ik meende mij te moeten verdedigen omdat ik aannam dat hij met zijn vraag iets suggereerde. Dat zit er waarschijnlijk zo ingebakken dat het automatisch gaat. Eigenlijk helemaal geen leuke eigenschap die ik bij anderen ook vervelend vind. Net als dat iemand iets nieuws heeft gekocht en je maakt daar een compliment over om daarop de reactie te krijgen : 'Het was afgeprijsd!' Of je hebt een bos bloemen van je geliefde gekregen en iemand anders moet daar ' Had hij iets goed te maken?' overheen strooien om het lieve gebaar in twijfel te trekken. Dat zal óf jaloezie zijn óf een gebrek aan vertrouwen in de oprechtheid van de gever. Beiden geen fijne eigenschappen. Maar ook mijn reactie, waar ik dit stuk mee begon, getuigt niet van vertrouwen; ik vatte de vraag op als kritiek en ging direct in de aanval. Dat zegt alles over mijzelf want iets in mij zegt waarschijnlijk dat ik niet zomaar niks mag zitten te doen, terwijl ik dat heerlijk vind en ook met grote regelmaat doe. Maar als iemand anders daar dan iets van zou zeggen, wat in dit geval overigens helemaal niet het geval was, moet ik mij verdedigen. Een houding waar ik me van bewust ben, in de hoop er ooit van bevrijd te worden. 

Toch heb ik mij in de loop van de jaren wel aardig los weten te weken van zaken waarvan ik dacht dat ze vast stonden, zoals religieuze zaken maar ook van verwachtingspatronen over wie of wat ik zou moeten zijn en het gedrag wat daaruit voorkomt. Het open blijven staan voor nieuwe invalshoeken en inspirerende mensen die op je pad komen geeft een rijk gevoel. Ook het feit dat je eigenlijk niks zeker weet en blijft zoeken naar de waarheid, die vaak niet bestaat, omdat die voor iedereen weer anders is, zorgt ervoor dat je altijd scherp blijft. Twijfelen hoort daar bij en de uitspraak van Goethe 'Hoe meer kennis hoe meer twijfel' vind ik een prachtige, net als 'Geloof degenen die de waarheid zoeken, twijfel aan degenen die haar hebben gevonden' van Gide, die hier mooi op aansluit. Je wordt er een wijs mens van. Wie wil dit niet? 

Ik schreef daar eens een gedicht over:


 

zaterdag 15 april 2017

Duiters, bloemen en rosé



Als we niet beter zouden weten hadden we zomaar ergens in een Duitse stad kunnen lopen waar een uitstervende bloemetjesmarkt de laatste stuiptrekkingen laat zien. Het loopt tegen vijven als ik samen met een vriendin een plaatsje op het terras op de Grote Markt in Groningen zoek. Hoewel de hoeveelheid mensen in de stad doet vermoeden dat de buitenzitjes overvol zouden moeten zijn is het tegendeel waar. Onder de parasols en het genot van de behaaglijke warmte van een heater nemen we plaats en bestellen een middelgrote cappuccino. De bijgeleverde paaseitjes verzachten enigszins de prijs van het drankje. Eigen schuld, hadden we maar niet zo hebberig moeten zijn en de kleinere versie moeten nemen. Duitse medemensen links en rechts van ons, die met bussen vol naar de hoofdstad zijn afgereisd om 'onze' bloemetjes mee terug te nemen naar hun vaderland doen zich te goed aan drank, friet en hamburgers die ze ongegeneerd en half afgekloven op hun borden achterlaten.

Het is gezellig in de stad als we na onze eerste stop via de Vismarkt naar de Zwanestraat lopen om in eetcafé Ugly Duck ons volgende drankje te nuttigen. Even hebben we de neiging om de meneer naast ons aan te sporen om zijn pet af te doen maar zijn gezicht is in constante staat van beteutering waardoor we af zien van verdere actie. Het  geserveerde eten is, afgezien van de gekookte spitskool, een feestje. Het monchoutaartje, dat we met z'n tweeën moeten delen, omdat er nog maar eentje in het assortiment is, eten we gezellig samen van één bordje. Na een wit biertje en een rosé vervolgen we onze weg richting de Poelestraat waar we, weerstand bieden aan het trekken van een eierbal uit de automatiek en op het terras van 'Time out' belanden. Aardige bediening en gezellige medeterrasgangers zorgen er voor dat we de komende uurtjes niet, afgezien van toiletbezoek, van onze plek komen. Enkele roseetjes later en als er geen Oosterbuur meer te bekennen is besluiten we dat het welletjes is geweest. Er had overigens geen haan naar gekraaid als we zonder te betalen de plaats hadden verlaten maar ons moraal staat, ook mét alcohol in ons lijf, hoog in het vaandel dus rekenen we braaf onze genuttigde drankjes binnen af, waar de gezelligheid ons tegemoet komt.


In de bus naar huis blikken we terug op een geslaagde avond die we zonder 'telefoon- of anderzijds verloren eigendommen- perikelen'  met veel gelach en gedeelde ervaringen op velerlei gebied op uitstekende wijze door zijn gekomen. 

Met recht een goede vrijdag!

 

zondag 9 april 2017

Zwolle, een telefoon en een treinticket

'Dag dames, mag ik iets vragen? Nee, niet over het geloof of zo hoor. Ik ben op zoek naar de Vero Moda. Dat is een hele fijne winkel', antwoordt mijn vriendin die naast mij aan het tafeltje zit. 'We zijn hier ook niet zo bekend maar anders vraagt u het toch in die winkel?' gaat ze verder terwijl ze recht vooruit wijst. 'Maar dan ben ik bang dat ze me daar iets willen verkopen', zegt de mevrouw. We moeten alle drie lachen. 'Ik denk dat die winkel vast verderop in de straat is', zeg ik. 'Ja, dat denk ik ook maar ik ga het hiernaast wel even vragen', zegt ze terwijl ze verder loopt. Mijn vriendin en ik kijken elkaar aan en zeggen allebei tegelijk: 'Zielig'. Van kinds af aan en zolang als wij vriendinnen zijn en dat is toch al meer dan veertig jaar, vinden we dezelfde situaties en mensen zo vertederend dat we erdoor geroerd worden en medelijden voelen. Het zit blijkbaar in de genen want haar zoon en de mijne hebben het ook.

Met z'n tweeën op een terrasje in het fraaie Zwolle. Het is heerlijk om elkaar weer te zien en te genieten van onze lange vriendschap. Deze Hanzestad ligt voor ons beiden mooi centraal en is een uitstekende plek om af te spreken. We drinken cappuccino en praten over het leven, onze herinneringen aan vroeger en de toekomst. We lopen verder de stad in die druk is met mensen maar niet zo dat je je geen weg kunt banen tussen de menigte.  Onderweg worden we aangehouden door een meisje, dat in het kader van duurzaamheid,  zaadjes van een groene plant, die zelfs uit kan groeien tot een boom, aan ons probeert te slijten. We slaan het aanbod vriendelijk af en slenteren over de markt en door een aantal gezellige winkelstraatjes. We glippen even de Peperbus binnen, waarbij het kunstenaarsoog van mijn vriendin valt op de mooie deur die prachtig in de verf zit. Kort voelen we met onze handen de dikke, gladde laag vernis. Zwolle is rijk aan mooie, oude gebouwen die erg goed onderhouden zijn. 

We eten een broodje, genaamd Sonja, op een terrasje bij een banketbakker. De kip en vooral de mango spreekt ons aan maar als we het broodje geserveerd krijgen is de teleurstelling tamelijk groot als we zien dat de mango op het bord uit blik is geserveerd. Het gesprek gaat over social media en telefoongebruik. Mijn vriendin is redelijk sceptisch en heeft nu ook Intstagram omdat haar dochter dit op haar smartphone heeft geïnstalleerd. Ze heeft geen idee hoe het werkt en ziet ook niet in waarom de school van haar kind het nodig vindt om een foto van de gymles te plaatsen. Als we naar binnen gaan om te toiletteren en af te rekenen ziet ze mijn telefoon eenzaam op ons tafeltje op het terras liggen. Ze kijkt me verbaasd en quasi streng aan, terwijl ik met het schaamrood op de kaken en gebogen hoofd snel terugloop om het geliefde toestel op te halen. 

We lopen verder en komen via de oude stadspoort terecht op een bankje bij een parkje met fontein. Door de mooie narcissen en het rustgevende geluid van het klaterende water vergeten we dat we in de stad zijn. 'Je krijgt wat je verdient', zeg ik gekscherend als de zon doorbreekt. Deze eerlijk gejatte uitspraak wordt een motto als we even later op een terrasje aan onze volgende cappuccino, die overigens te koud wordt opgediend, zitten en de zon wederom haar best doet om te blijven schijnen. Het loopt tegen etenstijd en we besluiten, voordat we huiswaarts gaan, nog ergens een puntzak friet te halen. Nadat ik bij de bar betaald heb lopen we nog even naar boven in het restaurant voor een laatste toiletbezoek. Als we beiden klaar zijn ontdek ik dat mijn tas lichter is dan anders. Even voel ik om te kijken of alles er in zit en kom tot de ontdekking dat mijn telefoon, 'what's new?' niet in mijn tas zit. Ik krijg een flasback naar vorig weekend en voel in alle zakken die mijn kleding rijk is. Géén telefoon. Lichtelijk paniekerig loop ik terug naar het toilet in de hoop hem daar te vinden. Die hoop blijkt vals en snel lopen we naar beneden om te kijken of het toestel daar te vinden is. Bij de bar zien we niks en snel vlieg ik weer de trap op om toch nog eens het toilet te checken. ' Ineke, hij is hier!' hoor ik mijn vriendin vanaf beneden roepen. Opgelucht ren ik de trap af. Het ding lag op een barkruk. Waarschijnlijk heb ik het daar neergelegd om af te rekenen. Hoewel ik blij ben dat ik het toestel weer heb begin ik toch ernstig aan mezelf te twijfelen. Want waarom haal ik mijn telefoon uit mijn tas als ik alleen mijn portemonnee nodig heb om af te rekenen? Als we naar buiten lopen en nog redelijk in shock zijn van het gebeuren voel ik toch nog even in mijn tas om te kijken of ik alles heb om er achter te komen dat het treinticket daar niet te vinden is en wat ik toch echt nodig heb om thuis te komen. 'Dat meen je niet', hoor ik naast me als we snel terugkeren naar de zaak. Het meisje achter de bar houdt het papier al omhoog als ze ons aan ziet lopen. 'Bedankt!' zucht ik. Toen ik mijn tas had overhoop gehaald in mijn zoektocht naar de telefoon moet ik het ticket er uit hebben gehaald en ben in mijn verstrooidheid waarschijnlijk vergeten het terug te stoppen. Flabbergasted over mijn eigen gedrag lopen we verder richting La Bamba waar volgens de jongens die er werken de beste friet van Zwolle te krijgen is. Heerlijk is het zeker als we het op een bankje naar binnen werken. 

In de stationshal komen er twee studenten ons tegemoet lopen. 'Dames, wat hebben jullie prachtige schoenen!' lachen ze ons toe. Jongens met smaak en ook nog eens complimenteus, daar houden we van! Een snelle blik op het bord vertelt dat mijn trein over drie minuten vertrekt en snel scan ik mijn ticket om op het perron te komen. Ik kijk om en ontmoet de ogen van mijn vriendin. 'Knuffel!' brengt ze enigszins vertwijfeld uit. Dit kan niet meer nu we door de poortjes gescheiden zijn.
Zielig!



dinsdag 4 april 2017

Een weekend in Mokum


'Er is een probleem', zegt de conducteur als hij op het uitgeprinte ticket kijkt wat ik hem zojuist aangereikt heb. We kijken hem verwachtingsvol aan in de hoop dat hij iets gaat zeggen waardoor de kwestie gemakkelijk op te lossen is. 'Jullie zitten Eersteklas', grijnst hij. Met een zucht van opluchting pakken we onze bagage en zoeken een plekje in de Tweedeklas waar net als in de Eersteklas een S van Stiltecoupé op het raam staat vermeld. Daar kwamen we pas na minstens een kwartier achter nadat we ongelimiteerd onze stembanden hadden gebruikt. 

Het begin van een vriendinnenweekend met de trein naar Amsterdam. Op het perron in Groningen heb ik een warm weerzien met mijn nichtje, die op zaterdag kioskmedewerkster is en ons met een gratis cappuccino de trein in stuurt. Nu we, dankzij de oplettende conducteur, op de juiste plek zijn beland gaat onze reis in een regenachtig weertype langs de mooie gebieden die Nederland rijk is. Bij Schiphol stappen we uit om in zes minuten vanaf daar naar Hoofddorp af te reizen waar ons hotel op loopafstand van vijf minuten is gelegen. Het zonnetje is inmiddels doorgebroken en nadat we onze spullen hebben achter gelaten op de hotelkamer willen we richting de hoofdstad. Een rasechte Amsterdamse buschauffeur brengt ons, bij gebrek aan een trein, die als gevolg van een ongeluk niet rijdt, naar de tramhalte voor de tram naar de binnenstad. Tijdens de rit slaat de schrik me plotseling om het hart als ik er achter komt dat mijn telefoon nergens te vinden is. Alle zakjes, tasjes en ritsjes worden in het kwadraat gecheckt maar ik moet de harde realiteit onder ogen zien dat het toestel echt niet meer in mijn bezit is. Hoewel de neiging groot is te verzanden in een 'oh wat stom, dat heb ik weer' zelfbeklag en dito veroordeling besluit ik dit nu niet te doen. Mijn vriendin houdt mij met haar pragmatische aanpak op de been en stelt voor om de contacten die ik het meest gebruik een bericht te sturen over mijn recente staat van tijdelijk onthand zijn én te bellen met de kiosk op station Hoofddorp met de vraag om gevonden voorwerpen. In de binnenstad slenteren we wat langs de winkeltjes en komen uit in een restaurant waar we op de eerste verdieping genieten van uitstekende hapjes en drankjes. Het lukt goed om de avond niet te laten vergallen door een dood apparaat, wat vervangbaar is. Tijdens de maaltijd gaat de telefoon van mijn vriendin af. Het is mijn echtgenoot, die doortastend als hij is, meermalen mijn telefoonnummer heeft gebeld en respons kreeg. Het toestel is gevonden,bij de bushalte in Hoofddorp en was afgegeven aan een conducteur, die het vervolgens mee naar huis had genomen. Deze geweldige man vond het geen probleem om het af te geven in het hotel waar we verbleven. Zo gezegd, zo gedaan en na wat berichten met de man over en weer zou ik laat op de avond weer verenigd worden met mijn telefoon. Credits voor de eerlijke vinder, de aardige conducteur, mijn coöperatieve echtgenoot en mijn steunende reisgenoot die meermalen uitsprak het gevoel te hebben dat het toestel wel weer terecht zou komen. 

Na te dure wijn op een terras waar de lange blonde haren van mijn vriendin door menig voorbijganger bewonderd worden is het tijd om te gaan en na een korte treinreis komen we op onze hotelkamer. De in- en uitademingstechniek van mijn slaapmaatje, die gepaard gaat met een structurele zachte keelklank is blijkbaar zo rustgevend dat ik  uiteindelijk ook in slaap val. Mijn kamergenoot, van het type 'als ik mijn kussen ruik dan slaap ik' is dan al lang in een ver dromenland verzeild geraakt.

De volgende ochtend worden we verrast door een stralende zon. Na een rijkelijk ontbijt -  in een eetzaal waar een look a like van Mister Bean ondanks het uitgebreide assortiment aan verschillende broodjes slechts een bakje yoghurt naar binnen zit te werken én ik door mijn reisgenoot genegeerd word als zij ervoor kiest om alleen fruit voor zich zelf te gaan halen maar dit na enig gesputter van mijn kant meer dan goed maakt - maken we ons op voor een hele dag en avond in de mooie hoofdstad. Door de drommen mensen banen we ons een weg naar de Dam waar we met een bakje koffie één van onze fijnste hobby's gaan beoefenen, namelijk mensen kijken. Hoewel we deze activiteit een hele dag zouden kunnen volhouden staat er ook nog iets anders op het programma, een bezoekje aan  Madame Tussauds waar we tussen de wassen beelden een reis maken van het verleden naar het heden. Na een fikse wandeling naar het Vondelpark is het liggen op een kleedje voorzien van chips, chocola en water een welkome afwisseling in ons schema. Ons vetgehalte wordt, terug in het centrum, nog meer op pijl gebracht door een puntzak Vlaamse friet met een klodder mayonaise waar je u tegen zegt. De man in de snackbar zou toch zweren dat we tweelingen zijn en twaalf euro lichter zoeken we een plekje bij het water om verder op gewicht te komen. Een kalende man, zonder enige twijfel zo stoned als een garnaal of een kanarie zorgt met zijn gitaar en ongecompliceerde zangkunsten voor een muzikale omlijsting als hij recht tegen over ons plaats neemt. Leuk voor even maar niet te lang want er wacht ons nog een wandeling naar Carré waar de muziekgroep Haevn op ons wacht. Tijdens de wandeling is de Albert Heijn een gewilde tussenstop voor een toiletbezoek en een paar ons lichter komen we aan bij het mooie theater aan de Amstel. De hoge verwachtingen komen meer dan uit als we ons, ondanks de slechtzittende stoelen in de steile theaterzaal, laten vermaken door de overweldigende zang, muziek en show van deze aanstormende talenten, die hun geplande concert al binnen vier dagen hadden uitverkocht. Na deze sensatie gaan we terug naar het hotel maar niet voordat we er achter komen dat het display naast het poortje op het station vermeldt dat mijn vriendin niet ingecheckt heeft en nu dus ook niet kan uitchecken. Dan maar samen met één ov chipkaart en als een soort van Siaiamese tweeling - de man in de snackbar had een punt - en in polonaisevorm glippen we snel tussen de deurtjes door met het doel om zo snel mogelijk dit terrein onder hilarische Annelies van der Pies omstandigheden te kunnen verlaten. Na deze enerverende dag vallen we als blok in slaap om de volgende dag terug te reizen naar het hoge noorden. In de trein kopen we een kop koffie bij een spraakzame, vrolijke jongeman die zijn geluk in de liefde niet onder stoelen of banken steekt. Door zijn open en spontane houding vergeten we voor het gemak dat het voorgeschotelde drankje eigenlijk nergens naar smaakt. 

Als we weer thuis zijn blikken we kort terug op de afgelopen dagen waar we via een verloren telefoon bevestigd kregen dat er nog eerlijke mensen bestaan. Ik noem nagenoeg nooit namen in mijn blogs maar voor deze keer maak ik graag een uitzondering. Conducteur Michael uit Hoofddorp (evenals de anonieme vinder) bedank ik uit de grond van mijn hart. Dat dit een bloemetje verdient staat buiten kijf. Vandaag heb ik deze daad bij het woord gevoegd. Blijkbaar houdt hij van tulpen want ik kreeg een bericht met een bedankje waar de foto van de bloemen bijgevoegd was.