'Dag dames, mag ik iets vragen? Nee, niet over het geloof of zo hoor. Ik ben op zoek naar de Vero Moda. Dat is een hele fijne winkel', antwoordt mijn vriendin die naast mij aan het tafeltje zit. 'We zijn hier ook niet zo bekend maar anders vraagt u het toch in die winkel?' gaat ze verder terwijl ze recht vooruit wijst. 'Maar dan ben ik bang dat ze me daar iets willen verkopen', zegt de mevrouw. We moeten alle drie lachen. 'Ik denk dat die winkel vast verderop in de straat is', zeg ik. 'Ja, dat denk ik ook maar ik ga het hiernaast wel even vragen', zegt ze terwijl ze verder loopt. Mijn vriendin en ik kijken elkaar aan en zeggen allebei tegelijk: 'Zielig'. Van kinds af aan en zolang als wij vriendinnen zijn en dat is toch al meer dan veertig jaar, vinden we dezelfde situaties en mensen zo vertederend dat we erdoor geroerd worden en medelijden voelen. Het zit blijkbaar in de genen want haar zoon en de mijne hebben het ook.
Met z'n tweeën op een terrasje in het fraaie Zwolle. Het is heerlijk om elkaar weer te zien en te genieten van onze lange vriendschap. Deze Hanzestad ligt voor ons beiden mooi centraal en is een uitstekende plek om af te spreken. We drinken cappuccino en praten over het leven, onze herinneringen aan vroeger en de toekomst. We lopen verder de stad in die druk is met mensen maar niet zo dat je je geen weg kunt banen tussen de menigte. Onderweg worden we aangehouden door een meisje, dat in het kader van duurzaamheid, zaadjes van een groene plant, die zelfs uit kan groeien tot een boom, aan ons probeert te slijten. We slaan het aanbod vriendelijk af en slenteren over de markt en door een aantal gezellige winkelstraatjes. We glippen even de Peperbus binnen, waarbij het kunstenaarsoog van mijn vriendin valt op de mooie deur die prachtig in de verf zit. Kort voelen we met onze handen de dikke, gladde laag vernis. Zwolle is rijk aan mooie, oude gebouwen die erg goed onderhouden zijn.
We eten een broodje, genaamd Sonja, op een terrasje bij een banketbakker. De kip en vooral de mango spreekt ons aan maar als we het broodje geserveerd krijgen is de teleurstelling tamelijk groot als we zien dat de mango op het bord uit blik is geserveerd. Het gesprek gaat over social media en telefoongebruik. Mijn vriendin is redelijk sceptisch en heeft nu ook Intstagram omdat haar dochter dit op haar smartphone heeft geïnstalleerd. Ze heeft geen idee hoe het werkt en ziet ook niet in waarom de school van haar kind het nodig vindt om een foto van de gymles te plaatsen. Als we naar binnen gaan om te toiletteren en af te rekenen ziet ze mijn telefoon eenzaam op ons tafeltje op het terras liggen. Ze kijkt me verbaasd en quasi streng aan, terwijl ik met het schaamrood op de kaken en gebogen hoofd snel terugloop om het geliefde toestel op te halen.
We lopen verder en komen via de oude stadspoort terecht op een bankje bij een parkje met fontein. Door de mooie narcissen en het rustgevende geluid van het klaterende water vergeten we dat we in de stad zijn. 'Je krijgt wat je verdient', zeg ik gekscherend als de zon doorbreekt. Deze eerlijk gejatte uitspraak wordt een motto als we even later op een terrasje aan onze volgende cappuccino, die overigens te koud wordt opgediend, zitten en de zon wederom haar best doet om te blijven schijnen. Het loopt tegen etenstijd en we besluiten, voordat we huiswaarts gaan, nog ergens een puntzak friet te halen. Nadat ik bij de bar betaald heb lopen we nog even naar boven in het restaurant voor een laatste toiletbezoek. Als we beiden klaar zijn ontdek ik dat mijn tas lichter is dan anders. Even voel ik om te kijken of alles er in zit en kom tot de ontdekking dat mijn telefoon, 'what's new?' niet in mijn tas zit. Ik krijg een flasback naar vorig weekend en voel in alle zakken die mijn kleding rijk is. Géén telefoon. Lichtelijk paniekerig loop ik terug naar het toilet in de hoop hem daar te vinden. Die hoop blijkt vals en snel lopen we naar beneden om te kijken of het toestel daar te vinden is. Bij de bar zien we niks en snel vlieg ik weer de trap op om toch nog eens het toilet te checken. ' Ineke, hij is hier!' hoor ik mijn vriendin vanaf beneden roepen. Opgelucht ren ik de trap af. Het ding lag op een barkruk. Waarschijnlijk heb ik het daar neergelegd om af te rekenen. Hoewel ik blij ben dat ik het toestel weer heb begin ik toch ernstig aan mezelf te twijfelen. Want waarom haal ik mijn telefoon uit mijn tas als ik alleen mijn portemonnee nodig heb om af te rekenen? Als we naar buiten lopen en nog redelijk in shock zijn van het gebeuren voel ik toch nog even in mijn tas om te kijken of ik alles heb om er achter te komen dat het treinticket daar niet te vinden is en wat ik toch echt nodig heb om thuis te komen. 'Dat meen je niet', hoor ik naast me als we snel terugkeren naar de zaak. Het meisje achter de bar houdt het papier al omhoog als ze ons aan ziet lopen. 'Bedankt!' zucht ik. Toen ik mijn tas had overhoop gehaald in mijn zoektocht naar de telefoon moet ik het ticket er uit hebben gehaald en ben in mijn verstrooidheid waarschijnlijk vergeten het terug te stoppen. Flabbergasted over mijn eigen gedrag lopen we verder richting La Bamba waar volgens de jongens die er werken de beste friet van Zwolle te krijgen is. Heerlijk is het zeker als we het op een bankje naar binnen werken.
In de stationshal komen er twee studenten ons tegemoet lopen. 'Dames, wat hebben jullie prachtige schoenen!' lachen ze ons toe. Jongens met smaak en ook nog eens complimenteus, daar houden we van! Een snelle blik op het bord vertelt dat mijn trein over drie minuten vertrekt en snel scan ik mijn ticket om op het perron te komen. Ik kijk om en ontmoet de ogen van mijn vriendin. 'Knuffel!' brengt ze enigszins vertwijfeld uit. Dit kan niet meer nu we door de poortjes gescheiden zijn.
Zielig!
Je zou toch zeker niet verwachten dat je al weer je telefoon kwijt was!Wat heb jij toch altijd met die telefoon,de ene keer laat je hem vallen en nu al twee weekenden is het weer mis.Laat hem in het vervolg maar thuis.
BeantwoordenVerwijderenNou,nou....Thuis laten is zeker geen optie
BeantwoordenVerwijderen