zaterdag 21 januari 2017

Vertedering in de winkel



“Oh....dat moet ik even vragen”, klinkt het aarzelend. Hij kijkt wat ongemakkelijk rond en verlaat zijn staanplaats achter de kassa. Even later komt zijn collega zijn plaats innemen en vraagt in de loop weg aan de klanten, waarvan ik er ook één ben: “Is hij weg?” “Ja, hij moest even iets vragen”, antwoordt de mevrouw die voor ons staat. “Het is zijn eerste dag”, vergoelijkt het meisje hem. De jongen komt er weer aan met een andere vrouwelijke collega die hem kordaat maar vriendelijk tegemoet treedt met: “Ik begrijp dat het allemaal nog nieuw is maar je moet de kassa nooit onbemand laten...je wou iets vragen?” “Oh ja oké”, brengt hij hakkelend uit terwijl hij zijn armen gespannen in de lucht houdt waardoor de bovenkant van zijn fleurige short niet onopgemerkt blijft. “Dit artikel is afgeprijsd en ik weet niet hoe je dat aan moet slaan”,  verzucht hij.  Zijn rechtermondhoek gaat in zenuwachtige trekjes richting zijn neusvleugel. Tijdens de uitleg komt er een meisje van een jaar of drie naast hem staan dat zijn omhoog gekropen poloshirt met korte haaltjes naar beneden sjort. De jongen kijkt omlaag en het meisje vraagt: “Waar is de wc?” “Ja, kom maar even mee”, zegt hij en weg is hij weer. 

Ik heb met hem te doen. Zijn debuut achter de kassa valt hem zo te zien erg zwaar en de ogen die op hem gericht zijn helpen niet mee om dat gevoel weg te nemen. Toch zie ik een jongen met potentieel, die zijn taken bloedserieus neemt. Hij komt er wel, is het niet hier, dan wel elders.Ik hoop dat zijn moeder hem vanavond een flinke knuffel geeft en hem een hart onder de riem steekt door te zeggen dat alle begin moeilijk is, als hij zijn twijfels deelt en zich afvraagt of hij wel geschikt is voor dit baantje. Ik moest me bedwingen.






vrijdag 20 januari 2017

Een alleenstaande minderjarige asielzoeker

Ik ontmoette hem aan de balie bij Vluchtelingenwerk op het AZC waar ik werkte, nu zo'n 15 jaar geleden. Een Angolese Ama. Ama staat voor alleenstaande minderjarige asielzoeker. De jongen had een boete gekregen in de trein omdat hij met een ongeldig vervoersbewijs zou hebben gereisd. Hij was van mening dat hij deze boete onterecht had ontvangen. Als ik mij niet vergis was het kaartje, wat hij had gekocht,  niet afgestempeld omdat het apparaat op het perron dit weigerde maar het kan ook iets anders zijn geweest. Door het treinkaartje en de brief van de vervoersmaatschappij - met daarin de opgelegde boete -  die hij mij liet zien,  raakte ik ervan overtuigd dat het hier om een misverstand ging en dat deze jongen ten onrechte werd aangespoord om te betalen.


Ik bood aan om namens hem de betreffende vervoersmaatschappij te bellen om de situatie uit te leggen met het verzoek de boete kwijt te schelden en nam hem daarop mee naar de spreekkamer. Ik belde het klachtennummer wat bovenaan de brief stond, legde uit wie ik was, waar ik werkzaam was , namens wie ik belde en wat de klacht inhield. Het is lang geleden maar ik herinner mij nog erg goed een mevrouw aan de andere kant van de lijn, die nauwelijks luisterde, geen enkele compassie toonde en zeer overtuigd was van haar gelijk. Als de jongen dit zou willen kon er bezwaar gemaakt worden maar ze gaf hem bar weinig kans van slagen. Na dit onplezierige gesprek vertelde ik hem -  vermoedelijk in mijn steenkolen Engels - wat de mevrouw had gezegd en dat er een mogelijkheid van bezwaar maken bestond. Dit laatste stond voor hem niet ter discussie en ik beloofde hem dat ik hiervoor een brief -  met onderbouwing van het bezwaar -  op zou stellen. Zichtbaar opgetogen verliet hij de kamer en we spraken af dat hij later op de dag de brief zou komen ondertekenen. Hij hield woord en de brief kon dezelfde dag nog met de post mee.

Een paar weken later kwam er een antwoord van de vervoersmaatschappij. De klacht was terecht bevonden en de boete werd kwijtgescholden. Ik trof de jongen even later weer aan de balie en vertelde hem het goeie nieuws. Hij bedankte mij vol lof en was uitgelaten van vreugde. 

Toen hij een paar maanden later moest verhuizen naar een ander AZC, ergens in het midden van het land, kwam hij vlak voor zijn vertrek bij ons langs en vroeg specifiek naar de dame die hem destijds had geholpen om op te komen voor zijn rechten. Nadat hij werd binnengelaten, door één van mijn collega's, gaf hij mij een hand en met een big smile bedankte hij mij nogmaals voor wat ik voor hem had gedaan. Ik wenste hem succes op zijn verdere levenspad en realiseerde mij dat dit moment hoogstwaarschijnlijk een afscheid voor altijd zou zijn.
 
Omdat Ama's min of meer aan hun lot worden overgelaten ben ik blij dat ik hem heb kunnen ondersteunen in zijn gevecht tegen de bureaucratische wereld en daarmee in zijn zoektocht naar zelfstandigheid en volwassenheid. Eén van de vele bijzondere momenten tijdens mijn werk op de verschillende AZC's bij Vluchtelingenwerk en waarvan deze misschien wel de mooiste is.

Ik ben zeer benieuwd wat er van deze jongen, toen hooguit 17 jaar, geworden is. Of hij asiel kreeg voor welk doel hij naar Nederland kwam en of hij wellicht nu werkt als conducteur of misschien wel bij de klachtenafdeling van de klantenservice van dezelfde vervoersmaatschappij van wie hij in het verleden een onterechte boete kreeg opgelegd. In dat geval weet ik zeker dat hij de klachten -  terecht of niet -  met een grote zorgvuldigheid zal behandelen. 

zondag 15 januari 2017

Een avond in Groningen

Eén voor één druppelt het binnen in het altijd knusse eetcafé Ugly Duck in het centrum van Groningen. Voorafgaand aan ons bezoek aan het Griekse restaurant Olympia dat vrijwel naast dit café is gevestigd houden we hier onze borrelpraat. Maar niet alleen dat want ik krijg ook nog een paar cadeautjes aangereikt als voorloper op mijn verjaardag in februari. Dit, is naast dat het gewoonweg leuk is om elkaar te zien, de aanleiding van dit samenzijn. 
Ik krijg als eerste een heerlijke douchegel  'Only you' en een relaxmasker om 'Zen Time' te creëren wat zeer welkom is voor een heerlijk momentje voor mezelf. Dit klinkt behoorlijk tatta achtig. Een tatta - afgeleid van  Surinaamse woord voor aardappel (p’tatta) -  is een benaming voor een typische Hollander, in al zijn/haar gewoontes en uitspraken. Het zij dan maar zo, dit cadeau is zeer aan mij besteed. Daarnaast ontvang ik een doosje met maar liefst 300 wattenstaafjes. De gulle gevers hadden bedacht dat ik deze meer dan nodig zou hebben nadat ik in een vorige blog had opgebiecht dat de oortjes die ik af en toe van mijn huisgenoten 'leen', geïnspecteerd worden op oorsmeer. Maar gelukkig krijg ik erbij ook nog nieuwe oortjes geleverd, zodat ik in de toekomst niet meer onder toezicht hoef te staan van mijn gezinsleden. In het bijgeleverde tasje met tijgerprint zit nog een cadeaubon ter besteding bij Zonnestudio Heat&Wellness in Roden. Ik concludeer uit het type attenties dat ik krijg dat mijn vriendinnen mij rust, warmte en aandacht voor mezelf gunnen. Een betere inschatting van mijn behoeftes hadden ze niet kunnen doen. 

Als we het pand verlaten om een paar deuren verder te gaan naar ons volgende adres komt het meisje van het café met het tijgerprinten, alias 'Johnny en Anita' tasje in haar hand ons achterop. Ik schaam me eigenlijk enorm en vrijwel direct wordt dit gevoel er nog eens extra ingewreven door een altijd eerlijke vriendin die mij beticht van ondankbaarheid en waar ik natuurlijk niets tegen in weet te brengen. Als ondankbaarheid hetzelfde is als nonchalance heeft ze volkomen gelijk en weet ik weer waar mijn zwakte  ligt. 

In Olympia worden we warm onthaald en mogen we plaatsnemen op de gereserveerde plaatsen bij het tafeltje aan het raam. De eigenaar die van het bouwjaar 1968 is voelt zich verbonden met degene die de reservering maakte en die een jaar eerder het levenslicht zag. Daarop voortbouwend volgt een onderhoudend gesprek over de samenstelling van de groep,  de geboortejaren van de dames aan tafel, hoe lang we bevriend zijn en jaren 80 muziekfeesten. Hij weet ons goed op ons gemak te stellen en dit zal zeker één van de redenen zijn dat deze zaak al meer dan 30 jaar een succes is. Daarnaast is het heerlijke eten wat we voorgeschoteld krijgen voor ons allen een 'Zevende hemel sensatie' en als ik als klap op de vuurpijl een toetje met vuurwerk krijg voorgezet kan de avond niet meer stuk. Dat kon hij sowieso al niet want met het gezelschap wat ik om me heen heb is alles leuk. 

Dit gevoel zetten we nog even voort in 'De drie gezusters' waar we plaats nemen in een bankje waarin we als haringen in een ton en als een soort opaatjes uit 'The muppetshow' (Miss Piggy komt ook nog  binnenstormen) de mensheid, die zich langs ons voortbeweegt, of op wie wij het zicht hebben, aanschouwen en becommentariëren. Zo zit er recht voor ons een stel, of zijn het vader en dochter, collega's of gewoon vrienden? We houden het op broer en zus omdat hun neuzen duidelijke overeenkomsten vormen en het feit dat ze naast in plaats van tegenover elkaar zitten zou hier eveneens op kunnen duiden. 

Het onderwerp en typisch Gronings gerecht eierbal komt aan de orde en er ontstaat een tweespalt in de groep. Vier dames in het gezelschap spreken hun afschuw over dit gerecht uit en hoe meer zij dit doen des te gedetailleerder wordt dit gerecht door de twee voorstanders ervan ontleed en geprezen. Zo erg dat één van de tegenstanders bijna letterlijk over haar nek gaat. Omdat dit dan ook weer niet de bedoeling is wordt de strijd gestaakt en deel ik aan elke dame in het gezelschap een kaartje uit met een persoonlijke tekst erin waarin ik een ode breng aan de vriendschap die zij met mij delen. 

Zo komt er een eind aan een prachtige avond met zeer bijzonder gezelschap, die in een sfeer van verbondenheid, vertrouwen en empathie verliep. 
Dank aan iedereen die dit mogelijk maakte.  






dinsdag 10 januari 2017

Het eerste rondje van 2017

Een aantal enthousiaste collegae hebben het plan opgevat om in april mee te doen met een run in Enschede, waar je op verschillende afstanden kunt inschrijven. Hoewel het voor mij niet een marathon gaat worden sluit ik me graag bij dit leuke initiatief aan. Het is de bekende stok die ik nodig heb om me te herpakken en de focus opnieuw te leggen op mijn hardlooptrainingen.

Met dit in het achterhoofd nam ik gisteravond het besluit om vandaag te gaan wandelen of te gaan hardlopen. Om mijn lichaam rustig op te starten maar waarschijnlijk ook vanuit mijn uitstelgedrag  koos ik voor een wandeling. Aangezien dit in mijn eentje - in tegenstelling tot hardlopen -  niet mijn voorkeur geniet deed ik een beroep op één van mijn wandelmaatjes. Jammer genoeg had zij andere bezigheden en omdat ik de belofte aan mij zelf niet wilde beschamen ging ik op zoek naar mijn hardloopkleren, die ik vrijwel direct vond. Het is het begin van een ritueel wat met allerlei gevoelens en vragen gepaard gaat als  'ga ik dit echt doen, voor wie, met welke reden en met welk doel?' 

Ondanks deze vragen zet ik stug door en met mijn hardloopsetje aan begint fase twee, dat is het bepalen van de route en de afstand. Als ik die zo ongeveer in mijn hoofd heb moet ik nog een laatste ding doen en dat is op zoek naar goeie oortjes want met muziek in de oren is het lopen net iets leuker. Die oortjes zijn trouwens zo langzamerhand wel een dingetje geworden. Ik weet niet hoeveel ik er al versleten heb, geen idee aan wie of waar het aan ligt maar ze gaan bij mij steevast kaduuk. Ik heb al veel varianten geprobeerd, van goedkoop tot duur maar steeds laten ze mij in de steek. Gefrustreerd over dit feit besloot ik om ze maar niet meer aan te schaffen en gebruik te maken van de oortjes van mijn huisgenoten. Dat moet stiekem en met grote zorgvuldigheid gebeuren en dat betekent dat ik ze op dezelfde plek moet leggen waar ik ze vandaan heb geplukt. Als dat niet het geval is voelen ze nattigheid en als ik dan quasi nonchalant opper dat ik weet waar ze liggen worden ze geïnspecteerd op aanwezig oorsmeer om in dat geval alsnog op mijn kop te krijgen. 

Na deze intensieve voorbereiding ben ik uiteindelijk klaar om te gaan. De zon schijnt vandaag en het oogt zelfs wat voorjaarsachtig. Het eerste stukje loop ik in wandeltempo om daarna de pas er in te zetten. Ik kies er voor om langzaam te lopen, daar hou ik het het langst mee vol.  Bovendien leerde ik van een loopdeskundige dat dat ook nog eens goed is voor de vetverbranding, toch één van de redenen dat ik dit doe. Dat het er vervolgens niet erg charmant uit ziet laat ik dan maar even zo en terwijl ik langs het huis van een vriendin ren realiseer ik me dat zij misschien nu wel voor het raam staat om daar mijn lachwekkende loophouding  te bekijken. Hierdoor niet gehinderd merk ik dat ik het juiste tempo te pakken heb en het hiermee ruim 5 kilometer zal gaan volhouden.
Als ik ongeveer halverwege ben komt er een hond op mij afrennen die, als hij bijna bij mij is, rechtsomkeert gaat. Maar dat is al te laat om niet te schrikken en enigszins geërgerd roep ik tegen zijn baasje: 'Ik schrik me wild!' Omdat ze mij hierop vriendelijk toelacht concludeer ik maar dat ze zich geen houding weet te geven op mijn irritatie.

De rest van het loopje gaat voorspoedig. Ik geniet er zowaar van en weet weer waar ik het ook voor doe: het blije en goed bezig gevoel wat ik over mijzelf krijg als ik aan het rennen ben. 

Als ik thuis ben maak ik voor mijzelf een gezonde lunch klaar en geniet ik van een welverdiende douche. Als ik weer beneden ben zie ik de oortjes liggen.
Even ontsmetten.