Hijgend
plof ik neer op het bankje als ik lijn 3 voor mijn neus zie
wegrijden.
‘Het
is toch belachelijk, vier minuten te vroeg!’ zeg ik tegen een
grijzende meneer die staat te wachten.
‘Ach
maar nu heb je even de tijd om naar dat gebouw te kijken.’ Hij
wijst naar de overkant. Nog helemaal in tact, niet plat
gebombardeerd in de oorlog. Prachtig hè?
We
kijken en zwijgen.
‘Maar
ik snap wel dat het vervelend is hoor, zegt hij na een tijdje en
verdwijnt in lijn 11.
Lijn
3 komt aanrijden. Ik kom pas omhoog als de laatste persoon is
ingestapt.
Ik
kan nog net mee.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten