vrijdag 4 september 2020

'Wie bedenkt dit en waarom?'

Woensdag 2 september. Mijn moeder en ik stappen in de auto voor een bezoek aan Herinneringscentrum en kamp Westerbork.

Eerder deze zomer had mijn moeder al eens een balletje opgegooid. Ze wilde er weer eens kijken. Dat had ze ook gedaan. In haar eentje was ze er naartoe gereden. Het was er druk en het weer was druilerig. Ze was rechtsomkeert gegaan.

Afgelopen woensdag was het zover. Een blauwe lucht en een stralende zon. De paar stapelwolken onderweg trekken mijn moeders. aandacht. 'Mooi hè, die wolkjes?'

Bij het Herinneringscentrum parkeren we de auto. 'Ik kan het stuk naar het kampterrein misschien best lopen', zegt ze optimistisch. Omdat ik dat sowieso geen goed idee vind had ik eerder deze week al informatie ingewonnen over ontheffing. 'Nou, zeg maar niet dat het misschien wel lukt om te lopen, dan wordt het vast lastig met die ontheffing', reageer ik. 'Ze zien het ook wel aan mijn stok', mompelt ze.

De ontheffing komt er zonder problemen. Voordat we naar het kampterrein rijden maken we een rondje door het Herinneringscentrum. De sporen van de oorlog met beelden, geluid en tastbaarheden zoals koffers en scheerattributen van de mensen die daar hebben geleefd zijn en blijven indrukwekkend. 'Wij wisten niets van de dingen die in de kampen gebeurden', zegt mijn moeder. Pas later werd dat bekend.' Geen wonder ook als de mensen onder schot werden gehouden om verplicht te lachen op propagandafilms van de nazi's. 'Wie bedenkt er zoiets? En waarom?' Het zijn de vragen van mijn moeder waar ze waarschijnlijk nooit een antwoord op zal krijgen.

Na een kopje cappuccino en een saucijzenbroodje in de zon rijden we de mooie route door het bos naar het kampterrein. We parkeren de auto voor de slagboom. Het voormalige huis van commandant Albert Gemmeker is met glas omgeven. In mijn herinnering was dat niet zo, de laatste keer dat ik hier was, zo'n 13 jaar geleden.

Een treinwagon, herinneringssteentjes, een stukje barak en het treinspoor waar abrupt een eind aan komt. Het blijft bijzonder om hier te zijn. 'Ik ben blij dat ik dit weer eens kan zien' , zegt mijn moeder als we op een bankje in de schaduw zitten. 'Misschien is het wel de laatste keer', antwoord ik.

We lopen terug naar de auto. Als we weg willen rijden komt er een meneer naar ons toe. 'Gaan jullie terug naar de parkeerplaats? Mag mijn moeder met jullie mee terug?' vraagt hij. Ik maak plaats op de achterbank voor zijn moeder, voor hem en een mevrouw die er ook bij hoort. De hele weg terug zijn ze dankbaar dat ze mee mogen rijden.

Dankbaar ben ik ook. Voor de mooie middag met mijn moeder. Voor de kennis die zij meedraagt en daarover blijft vertellen. Voor de zon en voor de stapelwolken. 



Geen opmerkingen:

Een reactie posten