maandag 5 februari 2018

Nou vraag ik je

'Vinden jullie het niet gezellig dames?' Hij ploft naast ons neer en vraagt nog eens of wij het niet gezellig vinden. Mijn vriendin die als een soort van scheidingswand tussen hem en mij in zit nipt van haar rosétje en gaat eens verzitten. Haar rug zo ongeveer tegen zijn neusgaten. 'Het is hartstikke gezellig hier',  antwoord ik hem. 'Nou, omdat jullie hier zo zitten, dacht ik dat jullie het niet gezellig vinden', gaat hij verder. 'Heel gezellig maar we gaan nu weer!' Snel duiken we de 40up zaal van de Oosterpoort weer in om nog meer gezelligheid te proeven.

Hoewel mijn vriendin en ik het op het bankje heel gezellig hadden zag het er blijkbaar voor de meneer in kwestie niet zo uit en vond hij het nodig om daar een opmerking over te maken. Wellicht was hij zelf wel op zoek naar gezelligheid en dacht dit bij ons te kunnen vinden. Dat had misschien nog best gekund mits hij zijn openingszin in een ander sausje had gegoten en zich niet op deze manier had opgedrongen. Zijn vraag had veel weg van een retorische variant, waar het antwoord al in verscholen ligt als in: 'Wie wil dat niet?' 'Denk je dat ik dat geloof?' 'Zou je daar niet eens mee ophouden?' Niet om een antwoord te krijgen maar bedoeld als nadrukkelijke mededeling en gebruikt om een statement te maken. 

Gisteren belandde ik, na een korte wandeling, met een andere vriendin in een restaurant. Wachtend op een cappuccino lagen we bijna op onze rug op een bank met onze benen languit onder de tafel. Als reactie op de vraag  van een langslopende bekende: 'Zo, kan het nog lager?' gleed ik nog eens verder van de bank zodat mijn voeten bijna haar achteruitgeschoven stoel raakten. 

'Was dat nou nodig?'

























  























  


























  






Geen opmerkingen:

Een reactie posten