Een doordeweekse ochtend in lijn 3, richting centraal
station. Op dit tijdstip, rond kwart voor 9 s ochtends, staan er altijd
drommen mensen te wachten die de bus in willen. Het zijn er vaak zoveel, dat het niet
praktisch is om met z'n allen langs de vooringang naar binnen te gaan
wat betekent dat men de twee overige uitgangen ook kan nemen om de bus
te betreden.
Het is extra druk deze ochtend. Als ik bij de
middenuitgang sta om uit te stappen en de deur zich voor mij opent zie
ik minstens 16 paar starende ogen,
die allen op mij gericht zijn. De mensen achter die ogen verroeren zich niet. Ze kijken mij aan alsof ik een obstakel ben op hun weg om een plekje te
bemachtigen in de warme vervoeder. Omdat ik de bus toch uit wil loop ik het trapje af richting de uitgang. Ik
kom bedrogen uit als ik denk dat er dan toch tenminste wel een paar van
mijn soortgenoten mij de ruimte zullen geven om mij er langs te laten. Niets is minder waar en Ik moet mij al zuchtend tussen de massa wurmen om uit de bus te ontsnappen. Tijdens dit gevecht haast diezelfde massa zich naar binnen als opgejaagde schapen, alsof hun leven ervan afhangt en waarbij het een wonder is dat ik ongeschonden uit de strijd kom.
Hoe haal ik het in mijn hoofd om naar buiten te willen en te verwachten dat men mij er eerst even fatsoenlijk langs laat alvorens zelf naar binnen te stormen?
De volgende keer ga ik crowd surfen, altijd al een keer willen doen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten