woensdag 14 maart 2018

Verhalenschat

‘Wie ben ik?’ Haar ogen glinsteren terwijl ik denk: ‘Stomme vraag, ze is toch niet in de war?’ ‘Jaaaa, jij bent Ineke.’ Ze lacht. Ik leg mijn hand op haar arm.
Ze ligt in een bed op de verpleegafdeling van het verzorgingshuis waar ze woont. Ik ben gaan zitten op een rollator die ik van de gang heb geplukt. Mijn armen leunen op het hek van het bed. Ik pak mijn telefoon en laat haar foto’s van mezelf door de jaren heen zien. Haar wijsvinger gaat naar de plaatjes. ‘Dit meisje werd dát meisje,’ zegt ze als ze mij lachend aankijkt. Ze pakt het bekertje water wat op het uitgeschoven plateautje van het nachtkastje staat en brengt het rietje naar haar mond. Even later strijk ik wat zalf over haar droge lippen. ‘Je moet hier maar wat vaker komen’, zegt ze. Dat zal ik zeker doen, ik wil heel graag nog meer verhalen horen over vroeger maar ook over de familie en over mijn vader, antwoord ik. ‘Jouw vader kon ook zo mooi vertellen. Ik had zijn verhalen graag opgenomen maar dat wou hij niet’, zegt ze. Als zijn oudere nicht heeft ze mijn vader van jongs af aan gekend. Ze vertelde mij al eerder dat mijn vader en zijn jongere zusje onafscheidelijk waren, totdat dat zusje op 5 jarige leeftijd overleed. De levendige manier waarop ze de verhalen vertelt is een streling voor mijn oren. Ik zuig ze op en ik weet dat ik bij haar moet zijn voor nog meer details over de jeugd van mijn vader, mijn opa, oma ,(oud)ooms,(oud)tantes, overgrootouders en alle mooie, verdrietige, opmerkelijke en humoristische anekdotes die daarbij horen. Zij is de enige die ik ken die dat nog kan doen. De harde schijf van deze 96 jarige is nog helemaal intact. Daar wil en moet ik gebruik van maken zo lang dat kan.

Voor nu is het genoeg geweest en neem ik afscheid van haar. Ik schuif de rollator weer op de gang. De volgende keer is hij weer voor mij.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten