Eersteklas brugpiepers
Een tijdje geleden kreeg ik via Facebook een berichtje van
een klasgenoot van de middelbare school. Begin oktober vindt op die school een
reünie plaats en ze was op zoek naar klasgenoten waarbij ze mij op het spoor
kwam. Ruim vijfendertig jaar werd met een chatsessie van een half uur ingehaald
en we brachten elkaar tevens op de hoogte van onze huidige status. Ik hoefde
niet na te denken over haar vraag of ik wel of niet zou komen want wegens
verplichtingen elders kan ik niet aanwezig zijn op de reünie. Hoewel ik maar anderhalf jaar op deze school
heb gezeten was ik zeker gegaan als ik wél in de gelegenheid was geweest.
Terugkijkend op die periode heb ik er meer minder fijne dan
mooie herinneringen aan. In het eerste jaar zaten we met alle brugklassen, die
gingen van 1a tot en met 1f, in een noodgebouwtje omdat er nog gebouwd werd aan
de nieuwe school waar we na de zomer naar toe zouden verhuizen.
Dat eerste jaar was voor mij en mijn vriendinnetje een
enorme overgang. We speelden tot voor
kort nog in de weilanden, bouwden hutten, kwamen regelmatig met een kletspoot
thuis en waren niet toe aan de structuur van de middelbare school. Met een
zware schooltas twintig kilometer fietsen vanaf het platteland naar de grote
stad om voor elk vak een andere leraar in een ander lokaal te begroeten was één
ding. Maar op maandagochtend moesten we nog eens vijf kilometer verder om bij
de gymzaal te komen. Daar kregen we op onze kop van de lerares als we een paar
minuten te laat waren en beval ze ons om in het vervolg nog eerder van huis te
gaan, terwijl we al om 7.00 uur waren vertrokken.
Het vak biologie vond ik het minst fascinerend. Bij het
hoofdstuk over voortplanting kregen we dingen te horen waarvan wij, als
provinciaaltjes, tot dan toe het bestaan niet wisten en het eerste cijfer wat
ik op dat vak haalde was een teleurstellende 1. Ik vind overigens dat ik met het creëren van mijn
drie zonen dat cijfer ruimschoots heb opgekrikt naar een vette voldoende.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten