Het is even
na half 7 als we de straat waar ik woon in rijden en er vanuit het niets een
auto van rechts komt aan scheuren. Omdat er zowel links en rechts van ons
auto’s geparkeerd staan kan de chauffeur niet passeren. Heel even hopen wij op
de coulance van de meneer, het is voor hem een kleine moeite om zijn voertuig
een stukje terug te rijden. Een kansloze hoop, de auto komt niet in beweging en
de lichaamstaal van de man laat zien dat hij absoluut niet van plan is om zijn
auto in de achteruitstand te zetten. ‘Nou, dat gaat hem niet worden’ , zegt
‘mijn’ chauffeur en met een berustend glimlachje draait hij de auto naar
achteren in een parkeerhaventje. Als de tegenligger langsrijdt valt ons oog op
zijn snor en oorbel. Dit helpt niet mee
ons vooroordeel, dat dit soort types te allen tijde en ongeacht de
omstandigheden neemt waar ze recht op meent te hebben, weg te nemen.
Jaren
geleden reed ik met mijn partner in de richting van een smal bruggetje waarop
het niet mogelijk was dat twee auto’s elkaar passeerden. Wij hadden voorrang
toen een tegenligger zijn auto halverwege de brug tot stilstand bracht. In de
stille verwachting dat de chauffeur van de auto zijn fout, die iedereen in zo’n
geval kan maken, zou herstellen, verroerden we ons niet. Daarentegen bleef hij op intimiderende wijze
stokstijf staan. Mijn partner besloot de minste te zijn en hem er na een tijdje,
weliswaar met tegenzin en wat gesputter, langs te laten.
Ook deze
meneer was van dezelfde soort als de meneer die ik eerder schetste met dat
verschil dat laatstgenoemde volledig in zijn recht stond en dit ook nam. Als
mijn partner dat toen had gedaan stonden we er waarschijnlijk nu nog. Tja, geen
oorbel en snor hè?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten