In de auto wisselde ik mijn oude laarzen om voor de nieuwe en met de spijkerbroekbenen nog vers op mijn netvlies reed ik naar huis. 'Ze zijn toch leuk, waarom kijk je dan zo sip?' waren de woorden van mijn partner toen hij mijn aanwinst zag. 'Ik heb dikke benen ', was mijn antwoord. Hij wist hoe laat het was. Zijn vrouw was ondergedompeld in een poel van zelfkritiek en de ervaring leert dat je haar dan beter even kunt laten. Voor nog meer zelfpijniging ging ik boven opnieuw voor de spiegel staan. Ik probeerde een andere broek, een langere trui, nog een andere broek en eindigde toch weer in dezelfde. Nog steeds niet tevreden met de broeklaars combi maar met het idee dat ik misschien even moest wennen liet ik de laarzen de rest van de middag aan. Toen we ‘s avonds naar een theatervoorstelling gingen en ik me omgekleed had vroeg mijn partner: ' Doe je je nieuwe laarzen niet aan?' 'Nee, anders krijg ik misschien nog blaren', verzon ik als excuus. Ik was al aan het afscheid nemen en in de nacht erop trok ik de conclusie dat de laarzen en ik een kansloze toekomst zouden hebben. Gelukkig nam de winkel ze zonder problemen terug.
'Prachtige benen heb je. Die dragen
je lijf en daar mag je trots op zijn.' Het was de reactie van een vriendin op mijn
benendip. Met dat gegeven kan ik
voorlopig wel even vooruit. In ieder geval tot het volgende mentale dalletje. Dan
staan buik en billen weer op de nominatie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten