Gisteravond
trapte ik mijn voet op het gaspedaal richting het huis van een vriendin. Van de
zomer had zij mij stoofperen uit eigen tuin gebracht, in de verwachting
dat ik er een heerlijke lekkernij van zou brouwen. Omdat die verwachting
toch enigszins op een teleurstelling uitliep beloofde ik haar dat ik rond de
Kerstdagen in de herkansing zou gaan. Ze had inmiddels zakken vol in haar
vriezer liggen die haar moeder of haar vader (daar wil ik af wezen) geduldig
had geschild.
Bij haar thuis werd ik met open armen ontvangen. Haar dochter, chill op de bank in trainingsbroek met gat én zin in ijs , begroette mij met een protocollair oprispend keelgeluid, dat ik onmiddellijk zonder gêne op dezelfde manier beantwoordde. De moeder in kwestie zag het aan, boog haar hoofd maar door haar quasi' foei toch' en inmiddels beugelloze smile, wist ik dat zij in stilte genoot en dat het begroetingsritueel haar goedkeuring kon wegdragen. Na het verslag van de dochter over de kerstviering vanuit school, waar een mevrouw verkondigde dat de jeugd maar liefst 8 uur per dag aan sociale media besteedt, er met koude oliebollen werd gegooid en zij er samen met een paar vriendinnen tussen uit was geknepen, kreeg ik een bakkie aangeboden en lieten wij dochterlief met rust. De rest van de avond brachten wij door aan de keukentafel waar de geur van recent gebakken rollade ons al aardig in de kerststemming wist te brengen.
Bij haar thuis werd ik met open armen ontvangen. Haar dochter, chill op de bank in trainingsbroek met gat én zin in ijs , begroette mij met een protocollair oprispend keelgeluid, dat ik onmiddellijk zonder gêne op dezelfde manier beantwoordde. De moeder in kwestie zag het aan, boog haar hoofd maar door haar quasi' foei toch' en inmiddels beugelloze smile, wist ik dat zij in stilte genoot en dat het begroetingsritueel haar goedkeuring kon wegdragen. Na het verslag van de dochter over de kerstviering vanuit school, waar een mevrouw verkondigde dat de jeugd maar liefst 8 uur per dag aan sociale media besteedt, er met koude oliebollen werd gegooid en zij er samen met een paar vriendinnen tussen uit was geknepen, kreeg ik een bakkie aangeboden en lieten wij dochterlief met rust. De rest van de avond brachten wij door aan de keukentafel waar de geur van recent gebakken rollade ons al aardig in de kerststemming wist te brengen.
Aan
het eind van een gezellig avondje kletsen reed ik met 3 zakken bevroren peren naar
huis. Voor ik mijn bed op zocht legde ik ze op het aanrecht waar ze de hele
nacht konden ontdooien. Toen ik vanochtend een inspectie uitvoerde zag ik dat
de stevige witte exemplaren van gisteravond getransformeerd waren tot bruine,
sponzige hoopjes. 'Dat geeft volgens mij niks, ruiken ze goed?' was de
aanmoedigende reactie van de vriendin in een Whatsapp bericht. Ik stak mij neus
in de zak maar rook niets eigenaardigst en na een hapje van één van de bruin en
lichtelijk verschrompelde stompjes gooide ik ze in de pan om ze onder andere in
rode wijn, suiker en kaneel gaar te stoven. En warempel, de bruine jongens
ondergingen gaandeweg een gedaante verwisseling en glinsterden mij in het rode
vocht zalig tegemoet. Dit keer was ik scheutig met de suiker en deed ik er
zelfs een straaltje ranja door. De foto die ik stuurde van het eindresultaat
wekte onorthodoxe lustgevoelens op bij mijn vriendin en eigenlijk was ze zonder
proeven al overtuigd dat ik voor dit herexamen geslaagd was.
Morgen
haalt ze het resultaat van mijn kookkunsten op. Ik zal pas juichen als zij mij na de culinaire toetsing kan verblijden met een positieve
uitslag. Bij een negatieve uitslag zal ook een derde kans altijd nog tot de mogelijkheden behoren, maar hou ik het
voorlopig voor gezien. Het bakje waar ik ze in heb gedaan heeft de proef in
ieder geval niet doorstaan. Dat betitelde ze namelijk als 'saai'. Dat is
perfect omdat ik weet dat het deze keer niet verdonkeremaand wordt en ik niet
met de gebakken peren hoeft te zitten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten